< Terug naar vorige pagina

Project

De icoon als venster voor de ecologische dialoog

De huidige milieuethiek, -educatie en -beleid worden uitgedaagd door een kloof tussen de milieukennis en de milieuwaarden enerzijds, en het concrete milieugedrag anderzijds. De cognitieve dimensie blijkt op zichzelf onvoldoende om deze value-action gap te dichten. Andere dimensies in de natuurervaring worden verondersteld een rol spelen om tot milieuverantwoord gedrag te komen, zoals de affectieve en de ultieme dimensie, waarbij de laatste betrekking heeft op aspecten van spiritualiteit en religiositeit. Psychologisch onderzoek naar de drijfveren voor landurig milieuengagement geeft aan dat deze dimensies effectief een belangrijke rol spelen in milieuverantwoorde gedragskeuzes.

Eén fundamentele drijfveer blijkt de zogenaamde transpersoonlijke dankbaarheid, ook ontologische dankbaarheid genoemd—een dankbaarheid voor het bestaan—die zich vertaalt in zowel sociale als milieugerichte generositeit, een wijde bereidheid om voor andere wezens te doen wat gunstig is, zelfs ongeacht mogelijkheden tot wederkerigheid. Dergelijke dankbaarheid bevordert een gerichtheid op het “gemeenschappelijke goed”, zowel inter-menselijk als ecologisch. Op die manier draagt het ook bij tot het vormen en onderhouden van een natuurverbondenheid, wat in psychologisch onderzoek een opmerkelijke associatie vertoont met milieuverantwoord gedrag. Ontologische dankbaarheid beïnvloedt de milieu-ethische overwegingen door een agapeïsche transformatie van plicht in generositeit. In plaats van verplichting, weet men zich uitgenodigd te participeren in de (wederzijds) gegeven gemeenschap van het bestaan. Gebruik makend van de fenomenologie van Jean-Luc Marion over gegevenheid (donation-givenness), maar in het bijzonder de hermeneutiek van generositeit en de ethische ontwikkeling ervan in de filosofie van William Desmond, wordt deze dynamiek geduid. De motieven van de “liturgische” ervaring van de natuur, sterk verbonden met een “iconisch” perspectief op de natuur, blijken zeer relevant om dit te articuleren, zelfs fenomenologisch en dus breder dan het oorspronkelijke theologische kader van deze beide noties.

Er blijkt een tegenstelling tussen de gegevenheid van de natuur, erkend in ontologische dankbaarheid, en de tendens in de (late) moderniteit om de natuur tot een object te herleiden. Hierbij werd gebruik gemaakt van de notie van event (Marion) en happening (Desmond), die de eenzijdigheid onthullen van een benadering van ecologische uitdagingen in termen van modellen, voorspellingen, “crises”, beheer, en kosten-baten analyses. Dit leidt tot een herwaardering van een hermeneutisch-ethische benadering, om de nauwe focus van de moderne rationaliteit, gericht op kwantificering, te overstijgen.

De ethische praxis die overeenkomt met een perspectief op het natuurlijke milieu in termen van ontologische dankbaarheid en generositeit, correspondeert met een praktijk van voorzichtigheid (prudentia), gebaseerd op het denken van Aristoteles (phronèsis). Het veronderstelt een gemeenschappelijk onderscheiden (sensus communis) over het gemeenschappelijke goed, die niet kan worden verzekerd door enkel uit te gaan van wetenschappelijk-technologische rationaliteit. Dit impliceert dus een verschuiving in de eco-theologische anthropologie: van heerschappij over rentmeesterschap naar een dienstbare, “priesterlijke” anthropologie die de gemeenschap van het bestaan dient en haar inspiratie voor ware creativiteit vindt in de figuur van de iconograaf.

Datum:1 okt 2012 →  7 jun 2017
Trefwoorden:environmental ethics, hermeneutics, motivation, icon, liturgy, William Desmond, gratitude
Disciplines:Andere filosofie, ethiek en religiestudies niet elders geclassificeerd, Theorie en methodologie in de filosofie, Filosofie, Ethiek, Theologie en religiestudies
Project type:PhD project