< Terug naar vorige pagina

Project

De gehechtheidsrelatie tussen ouders en hun kinderen met een ernstig of diep verstandelijke beperking: Het gebruik van psychofysiologie en een systeem voor biorespons als instrumenten om deze band te onderzoeken en te versterken.

Het ontwikkelen van veilige gehechtheidsrelaties met primaire zorgfiguren is belangrijk voor de (latere) sociaal-emotionele ontwikkeling van elk kind. Zeker bij kinderen met een ernstig of diep verstandelijke beperking (VB), die vergeleken met de algemene populatie meer vatbaar zijn voor het ontwikkelen van geestelijke gezondheidsproblemen, is de rol van de ouder als gehechtheidsfiguur cruciaal. Het empirisch gehechtheidsonderzoek bij deze doelgroep is echter schaars. Dit doctoraatsproject onderzocht ouder-kind relaties bij deze doelgroep vanuit een gehechtheidsperspectief en zocht naar manieren om deze relaties ‘op maat’ te ondersteunen, afgestemd op de sterktes en noden van de gezinnen.

Ten eerste onthulde een interviewstudie (manuscript 1) dat – hoewel de meeste ouders bepaalde aspecten van hun rol als gehechtheidsfiguur zeker herkenden – een deel van deze ouders hun (bijna existentiële) twijfels uitten over de rol die zij hebben in het emotionele leven van hun kind met een ernstig of diep VB. Deze onzekerheden benadrukten het belang van dit doctoraatsonderzoek. Ten tweede werd een thuisobservatie met scheidingen van de ouder uitgevoerd (manuscript 2) in 20 ouder-kind paren (met kinderen tussen 2 en 7 jaar). Op groepsniveau differentieerden deze kinderen wat betreft hun gehechtheidsgedrag, zoals dat klassiek in de literatuur wordt beschreven (zoals contact zoeken). Kinderen met bijkomende (motorische) beperkingen deden dit echter in mindere mate. Daarom werd, ten derde, een experimentele thuisobservatie opgezet bij 38 ouder-kind paren (met kinderen tussen 2 en 9 jaar), waarbij episodes van stress en troost voorkwamen. Deze observatie werd aangevuld met een continue fysiologische meting, waardoor alle kinderen (ongeacht hun motorische vaardigheden) evenveel kansen kregen om selectief gehechtheidsgedrag te laten zien. Vanuit een binnen-kind perspectief (manuscript 3) werden indicaties gevonden dat kinderen met een ernstig of diep VB differentieerden tussen hun ouder als gehechtheidsfiguur en een vreemde persoon (zowel in gedrag als in fysiologie). Dit vormde een eerste bewijs dat ouders een emotie-regulerende functie opnemen in het licht van de selectieve gehechtheidsrelaties die hun kinderen ontwikkelen. Vanuit een tussen-kind perspectief (manuscript 4) werd het duidelijk dat individuele verschillen vooral verklaard werden door de (fijn)motorische vaardigheden van kinderen, niet door de mate van sensitiviteit van hun ouders. Ten vierde focuste een tweede deel van dit doctoraatsproject op het ondersteunen van (gehechtheids)relaties bij families met een kind met een ernstig of diep VB. Een semigestructureerd interview werd ontwikkeld om de sterktes en noden van gezinnen naar boven te halen op dit domein en werd positief onthaald bij deze ouders en hun professionele begeleiders (manuscript 5). Vervolgens toonde een online vignetstudie (manuscript 6) met 22 experten aan dat een veelheid aan interventiecomponenten toegewezen konden worden aan gezinnen met behulp van een veelheid aan argumentaties op diverse niveaus. Tot slot onthulde een kortdurende interventiestudie met 16 ouders (manuscript 7) veelbelovende resultaten wat betreft de aanvaardbaarheid en implementatie van een nieuwe psycho-educatieve videoreeks over gehechtheid, ook al konden er (nog) geen effecten aangetoond worden op het geloof van ouders in zichzelf.

Dit doctoraatsonderzoek zette eerste stappen in het uitbreiden van de gehechtheidsliteratuur bij de doelgroep van kinderen met een ernstig of diep VB. Daarnaast droeg het bij aan het ontwikkelen van gehechtheidsgeïnspireerde interventies voor en op maat van deze gezinnen. Op lange termijn draagt dit hopelijk niet enkel bij tot het verhogen van het zelfvertrouwen van ouders, maar ook tot het verminderen van gedragsproblemen bij kinderen met een ernstig of diep VB.

Datum:1 okt 2016 →  31 dec 2021
Trefwoorden:Attachment relationship, Young children, Severe or profound intellectual disabilities
Disciplines:Orthopedagogiek en onderwijs voor specifieke onderwijsbehoeften
Project type:PhD project