< Terug naar vorige pagina

Project

De functie van en de criteria voor intergenerationeel erfrecht.

Op grond van het Belgische intestaaterfrecht zijn de afstammelingen erfgerechtigd. Het enige criterium voor deze erfgerechtigdheid is de juridische afstammingsrelatie, zodat verschillende gezinsvormen in de kou staan. Niettegenstaande de maatschappelijke evoluties (bv nieuw samengestelde gezinnen, homoseksuele koppels met kinderen, ea) kunnen enkel afstammelingen met een juridische afstammingsband tot de nalatenschap komen; biologische afstamming volstaat niet; sociaal ouderschap evenmin. De vestiging van een juridische afstammingsrelatie is bovendien voldoende; andere vereisten (zoals bijvoorbeeld behoeftigheid, afhankelijkheid of de band met de juridische ouder) bestaan niet. Zowel het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als het Grondwettelijk Hof erkennen nochtans deze variëteit aan gezinssituaties. Ook in de omringende landen erkent de (civiele) wetgever dergelijke nieuwe gezinsvormen. Zelfs de Belgische wetgever doet dat, zij het vooralsnog in belendende domeinen, zoals het onderhoudsrecht of het fiscaal recht. Deze ontwikkelingen nopen tot reflectie over de functie en de criteria voor intergenerationeel ab intestaat erfrecht. Dit onderzoek focust op de vraag of juridische afstamming noodzakelijk én voldoende kan zijn om tot ab intestaat erfrechtelijke aanspraken te besluiten. Om deze vraag te beantwoorden zal de functie van intergenerationeel erfrecht worden onderzocht.
Datum:1 jan 2017 →  31 dec 2020
Trefwoorden:ERFRECHT
Disciplines:Rechten