< Terug naar vorige pagina

Project

De dynamiek van aanvullende voordelen en arbeidsmarktsegmentatie. Een vergelijkende case studie analyse in de logistieke en industriële sector in België.

Dit doctoraat richt zich op occupational welfare dat is gerelateerd aan het toenemende dualisme in onze samenleving (Natali and Pavolini 2014; Seeleib-Kaiser et al. 2012). Occupational welfare wordt gedefinieerd als de som van alle vergoedingen en diensten die door werkgevers aan werknemers worden uitgekeerd als onderdeel van hun arbeidscontract (Titmuss 1958). Dit omvat ‘sociale’ voordelen zoals pensioenen, ziekte- en werkloosheidsuitkeringen, evenals ‘secundaire’ voordelen zoals bedrijfswagens, maaltijdcheques en winstdelingsbonussen. Er wordt beargumenteerd dat het louter onderzoeken van segmentatie-uitkomsten als gevolg van institutionele veranderingen op macroniveau onvoldoende is om te verklaren waarom en hoe segmentatie geproduceerd wordt (Biegert 2014). Het wordt betoogd dat om inzicht te krijgen in de segmentatieprocessen, de collectieve onderhandelingen onderzocht moeten worden die de introductie en implementatie van occupational welfare bewerkstelligt om de werkuitkomsten te begrijpen.

De onderzoeksvragen luiden: Hoe, en waarom - onder welke condities - draagt occupational welfare bij aan arbeidsmarktsegmentatie?

Het onderzoek maakt gebruik van een casestudie analyse om inzicht te krijgen in de variatie tussen (en binnen) sectoren aan de hand van multinationale ondernemingen in de industriële sector en dienstverlening binnen België. Meer bepaald, worden telkens twee bedrijven onderzocht in de voeding en chemische sector (binnen de industriële sector) en één bedrijf in de logistiek (dienstverlenende sector). De analyses tonen aan dat occupational welfare kan bijdragen aan arbeidsmarketsegmentatie, wat verklaard kan worden door onderhandelingen op sector en op bedrijfs- of lokaal niveau. Er is een belangrijke rol weggelegd voor vakbonden (Streeck 1987). Occupational welfare zet echter druk op de traditionele collectieve mechanismen wanneer lokale onderhandelingen de overmacht nemen. Dit ondermijnt vakbonden op sector-level om inclusieve akkoorden af te sluiten en op ondernemingsvlak waar zij worden geconfronteerd met strategieën van multinationale ondernemingen. De mate waarin vakbonden segmentatie kunnen vermijden of verminderen is afhankelijk van hun macht en strategieën die op hun beurt afhankelijk is van de context waarin zij handelen. Om meer inzicht te krijgen in de nationale context, bevat het doctoraat een apart hoofdstuk met een vergelijking tussen sectoren (voeding en chemische sector) en tussen landen (België en Duitsland). Er wordt aangetoond dat er vergelijkbare trends zijn in occupational welfare-onderhandelingen binnen de sectoren tussen de landen, maar arbeidsmarktsegmentatie is beperkter in België omwille van het meer inclusieve collectieve onderhandelingssysteem.

Dit onderzoek toont aan dat de bedrijfsonderhandelingen ingebed zijn in arbeidsmarktstructuren waar verschillende bedrijfs- en sectorcondities kunnen leiden tot verschillende arbeidsmarktsegmentatie-uitkomsten. Dit heeft geleid tot een hoge mate van variatie op het gebied van occupational welfare binnen een land. Dit bevestigt voorgaande studies die wijzen op de relevantie van de sector bij het onderzoeken van de processen en uitkomsten. Ook al wordt algemeen erkend dat er belangrijke sectorvariatie is, heeft men deze variatie vaak genegeerd in comparatief onderzoek dat nog vaak op nationaal niveau gericht is (Bechter et al. 2012). Vakbonden kunnen verschillende machtsmiddelen gebruiken om segmentatiepraktijken tegen te gaan, maar hun strategieën zijn niettemin beperkt in het licht van een verzwakt institutioneel kader en multinationale bedrijven die opereren in internationale productmarkten. Arbeidsmarkten bieden geen effectief zelfregulerend mechanisme en moeten worden gereguleerd (Commons, 1909). Daarom is er behoefte aan een beleid dat in staat is om op basis van deze wetenschappelijke inzichten te (her)collectiveren of (her)reguleren om neerwaartse loonflexibiliteit en segmentatiepraktijken te verhinderen.

Datum:15 nov 2016 →  22 sep 2021
Trefwoorden:industrial relations, welfare state, Occupational welfare
Disciplines:Toegepaste sociologie, Beleid en administratie, Sociale psychologie, Sociale stratificatie, Sociale theorie en sociologische methoden, Sociologie van levensloop, gezin en gezondheid, Andere sociologie en antropologie
Project type:PhD project