< Terug naar vorige pagina

Project

De bescherming van slachtoffers van verdwijningen gepleegd door georganiseerde criminele groeperingen : Statelijke aansprakelijkheid in het internationaal recht van de mensenrechten en de ervaringen van beoefenaars van de mensenrechten in Mexico.

In deze dissertatie onderzoek ik de beschermende capaciteit van de Internationale Mensenrechten Wetgeving (IHRL) ten opzichte van slachtoffers van verdwijningen gepleegd door georganiseerde criminele groepen (OCG), en hun familieleden. Daartoe combineer ik doctrinair juridisch onderzoek met kwalitatief onderzoek naar de specifieke situatie van verdwijningen in de context van de zogenaamde 'war on drugs' in Mexico en de ervaringen van mensenrechtenbeoefenaars die zich met dit onderwerp bezighouden. Mijn onderzoek vertrekt vanuit de kwestie van niet-statelijke actoren als plegers van mensenrechtenschendingen in het internationaal recht, in het bijzonder verdwijningen, en de vraag hoe de verantwoordelijkheid van de staat voor dergelijke daden kan worden vastgesteld. Door specifiek te focussen op OCG als niet-statelijke actor, voegt dit onderzoek niet alleen iets toe aan de wetenschap over niet-statelijke actoren en verdwijningen meer in het algemeen, maar ook aan de beginnende internationale rechtswetenschap over georganiseerde misdaad en internationaal recht. Bovendien kan de combinatie van twee disciplinaire lenzen ook bijdragen aan discussies over methodologie in mensenrechtenonderzoek. Tenslotte geeft de dissertatie inzicht in de complexiteit van de aanhoudende verdwijningscrisis in Mexico. 

Op basis van een analyse van de huidige jurisprudentie van de Europese en Inter-Amerikaanse mensenrechtenhoven, stel ik dat vanuit een doctrinair perspectief het IHRL kader mogelijkheden biedt om slachtoffers van verdwijningen door OCG te beschermen door staten verantwoordelijk te stellen voor hun falen om dergelijke daden te voorkomen. Wanneer dit wordt afgezet tegen de Mexicaanse realiteit, blijkt echter dat een dergelijke verantwoordelijkheid niet volledig recht kan doen aan de complexiteit van de relatie tussen staat en misdaad, waardoor de juridische fictie van de scheidbaarheid tussen "staat" en "misdaad" in stand wordt gehouden. Dit kan op zijn beurt de ontkenning door de staat van zijn algemene verantwoordelijkheid voor het falen om zijn bevolking te beschermen vergemakkelijken, vooral wanneer een dergelijk falen opzettelijk is. Bijgevolg stel ik dat het nodig is de mogelijkheden verder te onderzoeken om een concept van 'grove nalatigheid van de staat' te ontwikkelen als een vorm van criminaliteit van de staat die de bescherming van de mensenrechten fundamenteel uitholt, waardoor schijnbaar eindeloze geweldsspiralen kunnen ontstaan.     

Datum:30 mrt 2017 →  4 nov 2021
Trefwoorden:Human Rights, Enforced disappearance
Disciplines:Rechten
Project type:PhD project