< Terug naar vorige pagina

Project

De architectuur van Memory Lane: Onderzoek naar de centraliteit van levensgebeurtenissen bij psychopathologie

Het autobiografisch geheugen is het expliciete deel van het geheugen welke herinneringen bevat van persoonlijk ervaarden gebeurtenissen uit het verleden, van zowel positief als negatief, of zelfs traumatische gebeurtenissen. Eerder werd al aangetoond dat het autobiografisch geheugen en traumatische gebeurtenissen met elkaar verbonden zijn. Een van de theorieën die probeert uit te leggen waarom het autobiografische geheugen, traumatische gebeurtenissen, en symptomen van psychopathologie met elkaar verbonden zijn, is de ‘Event Centrality’ theorie van Berntsen en Rubin (2006). Berntsen en Rubin suggereren dat, omdat de traumatische herinnering onderscheidend is van andere herinneringen en een grote emotionele impact heeft, de herinnering aan de traumatisch gebeurtenis zeer toegankelijke blijft, een referentie punt kan vormen in het autobiografisch geheugen en blijvende gevolgen kan hebben voor andere alledaagse ervaringen. ‘Centraliteit’ wordt hier beschreven als (1) de mate waarin de herinnering aan een traumatische gebeurtenis een referentie punt vormt voor de identiteit en (2) de mate waarin de herinnering betekenis toekent aan andere ervingen in het leven van de individu. Centraliteit wordt gemeten doormiddel van de Centrality of Event Scale (CES; Berntsen & Rubin, 2006).

Correlationeel onderzoek heeft aangetoond dat mensen, die geneigd zijn om traumatische herinneringen meer centraal in hun levensverhaal te stellen, meer last hebben van trauma gerelateerde psychopathologie symptomen. Daarnaast is uit onderzoek al gebleken dat centraliteit en symptomen van posttraumatische stress hoog gecorreleerd zijn, al wordt deze relatie wellicht volledig gemedieerd door andere factoren. Daarbij is er op dit moment nog geen causaal onderzoek gedaan naar de richting van deze relatie, waardoor de richting tot op dit moment onduidelijke blijft. Onderzoek naar de relatie tussen centraliteit en depressie hebben een gemengd beeld laten zien, waarbij verschillende onderzoeken verschillende resultaten gaven; er waren onderzoeken die een directe relatie hebben aangetoond, onderzoeken die een indirecte relatie aantoonden, en zelfs onderzoeken die geen relatie vonden tussen centraliteit en symptomen van depressie. Daarnaast in er nog beperkt onderzoek gedaan naar de link tussen centraliteit en verschillende vormen van angst, en ook deze studies hebben verschillende resultaten laten zien. Centraliteit heeft niet enkel een relatie met negatieve symptomen; onderzoek heeft uitgewezen dat er ook een sterke relatie wordt gevonden tussen centraliteit en posttraumatische groei. Ook hier is nog niet gebleken of dit mogelijk een prospectief of causaal verband is.

 

Het eerste deel van mijn onderzoek zal zich richten op de psychometrische eigenschappen van de ‘Centrality of Event Scale’, in zowel een studenten populatie, als een patiënten populatie. Aanvullend zal worden getest of centraliteit een trans-diagnostische factor is, welke voorkomt bij PTSS, depressie en sociale angst. Met dit onderzoek willen we bijdragen aan het (tot nu toe) gemengde beeld van de relatie tussen centraliteit en depressie en sociale angst.

Het tweede deel van mijn doen zal zich richting om het uitklaren van de causale relatie tussen centraliteit en verschillende symptomen van psychopathologie. In de eerste studie willen we onderzoeken of het mogelijk is om centraliteit van negatieve gebeurtenissen te verlagen, en of de verlaging van centraliteit vervolgens ook leidt tot een verlaging in psychopathologie symptomen. In een mogelijke tweede studie willen we testen of een meer positieve interpretatie van de centraliteit van de negatieve gebeurtenis ook zal leidingen tot meer positieve uitkomsten. 

Datum:1 nov 2013 →  31 dec 2019
Trefwoorden:Event Centrality
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project