< Terug naar vorige pagina

Project

De Afweging tussen Transparantie en Geheimhouding in het Europese Handelsbeleid: een Onderzoek naar Informalisering en Transparantie in EU Besluitvorming over Internationale Onderhandelingen.

Vandaag de dag wordt er algemeen aangenomen dat besluitvorming in de Europese Unie (EU) plaatsvindt achter gesloten deuren, in de wandelgangen en tijdens informele lunches of diners. In het geval van Europese handelspolitiek heeft deze perceptie van geheime besluitvorming (als gevolg van informele praktijken) in verschillende instanties aanleiding gegeven tot kritiek, zowel vanwege het bredere publiek als vanuit parlementaire hoek. Nochtans heeft de Europese Commissie, als de hoofdonderhandelaar voor de EU tijdens internationale handelsonderhandelingen, verschillende hervormingen doorgevoerd in haar transparantiebeleid voor handelsakkoorden. De belangrijkste tendens in die hervormingen is de omslag van een reactief beleid op basis van toegang tot documenten naar een proactieve strategie van toegang tot informatie, dewelke gefocust is op het optimaliseren van het gebruik van de beschikbare informatie (Hoofdstuk 2).

Desondanks toont empirische observatie aan dat dit verbeterde transparantiebeleid samengaat met een diepgaande informalisering van het besluitvormingsproces. Bovendien is dit geen alleenstaand geval en werd dergelijke combinatie van meer openheid en informalisering waargenomen in verschillende, alleenstaande gevallen. Aangezien transparantie en informaliteit over het algemeen beschouwd worden als tegenovergestelde processen, is dit gelijktijdig voorkomen verwarrend en zelfs schijnbaar onmogelijk. Daar waar transparantie vaak beschouwd wordt als een panacee voor allerlei democratische tekortkomingen, wordt informaliteit verondersteld de besluitvorming te verhullen of zelfs opzettelijk gebruikt te worden om transparantie regulering te omzeilen; dit ten voordele van de efficiëntie en ten laste van de democratische legitimiteit van het besluitvormingsproces.

Hoe is het dan mogelijk dat zowel verbeterde transparantie als informalisering van besluitvorming gelijktijdig worden waargenomen, terwijl ze op het eerste gezicht elkaars antithese lijken te zijn? Wat zorgt ervoor dat deze paradoxale combinatie überhaupt kan bestaan? Hoe kan het dat een verlangen voor méér transparantie lijkt te leiden tot de simultane ontwikkeling van informalisering? De thesis beantwoordt deze vragen.

De analyse van de informal technical meetings (ITMs) tussen de Raad van Ministers en de Europese Commissie toont aan dat de nood voor meer verantwoording vanwege de Commissie als supranationale actor en de vraag vanwege de Europese lidstaten voor meer openheid in het beleid, geleid hebben tot meer informele communicatie tussen deze twee instellingen (Hoofdstuk 1). De coöperatieve dynamieken in dergelijke informal technical meetings zijn de eerste aanwijzingen in de zoektocht naar het antwoord op bovenstaande vragen: de informal technical meetings blijken niet voort te komen uit een verlangen naar meer geheimhouding, maar vanuit een bereidheid tot het reduceren van informatie asymmetrie en het promoten van open communicatie tussen beide Europese instellingen.

Ook ten gevolge van de poging om de openheid tegenover het bredere publiek en het Europese Parlement te verbeteren, ontstond er een wijdverbreid netwerk van informele communicatie tussen de Commissie en het Parlement (Hoofdstuk 2 en 3). Net zoals in Hoofdstuk 1, suggereren de resultaten van dit deel van het onderzoek dat informaliteit aangewend werd om de openheid tegenover het Parlement als democratisch representatieve actor te verbeteren, en niet zozeer om het bredere publiek in het ongewisse te laten.

Hoofdstuk 4 bevestigt deze vermoedens van een dergelijke al te vaak onderschatte rol van informalisering in institutionele relaties. Het geoptimaliseerde gebruik van informatie door het Europese Parlement ten gevolge van een betere institutionele transparantie is een conditio sine qua non voor het versterken van de democratische legitimiteit en verantwoording van het bredere Europese handelsbeleid.

Deze thesis toont aan dat, in tegenstelling tot de gangbare opinie, informalisering in het besluitvormingsproces niet noodzakelijk transparantiehervormingen tegengaat. Afhankelijk van de aard en voorkeuren van het publiek voor wie de verbeterde transparantie bedoeld is, kan informalisering de opgelopen transactiekosten ten gevolge van dergelijke hervormingen minimaliseren. Informalisering maakt het transparantiebeleid dus niet noodzakelijk ongedaan. Integendeel, informalisering en openheid in het Europese handelsbeleid ondersteunen elkaar. Informalisering die gebruikt wordt om institutionele transparantie ten opzichte van democratisch representatieve actoren zoals het Europese Parlement te bevorderen, onderschrijft dezelfde doeleinden als het transparantiebeleid: het verbeteren van de democratische legitimiteit en verantwoording in het Europese handelsbeleid.

Datum:1 okt 2014 →  2 okt 2019
Trefwoorden:European Union, Trade Policy, EU Decision-making, Transparency, Informalisation, Informality, International Negotiations, Secrecy
Disciplines:Andere economie en bedrijfskunde, Burgerschap, immigratie en politieke ongelijkheid, Internationale en vergelijkende politiek, Multilevel governance, Nationale politiek, Politiek gedrag, Politieke organisaties en instellingen, Politieke theorie en methodologie, Openbaar bestuur, Andere politieke wetenschappen
Project type:PhD project