< Terug naar vorige pagina

Project

Consumentenacceptatie van vlees van niet-chirurgisch gecastreerde varkens in EU en niet-EU landen (CAMPIG)

Centrale onderzoeksvraag/doel
ILVO werkt mee aan deze Europese studie om, met gelijke metingen in de deelnemende landen, te bepalen tot welke grens de (Europese) consument varkensvlees-met-berengeur accepteert, en welke andere factoren (naast smaak) een rol spelen in zijn houding ten opzichte van de alternatieven voor onverdoofde chirurgische castratie. Het thema is dus berengeur, een afwijkende geur veroorzaakt door vnl. skatol en androstenon welke kan voorkomen bij sommige intacte beren. Uit voorgaande studies is bekend dat niet iedereen even gevoelig is voor deze componenten en dat de gevoeligheid kan verschillen van land tot land. Deze studie vormt een eerste stap naar een op Europees niveau geaccepteerde drempelwaarde. Het brede kader van deze studie is het vrijwillig voornemen van de Europese varkenssector om tegen 2018 te stoppen met onverdoofd chirugisch castreren van biggen. Een van de mogelijke alternatieve systemen is om de beren intact (niet gecastreerd) af te mesten, met eventueel risico op berengeur in hun vlees.

Onderzoeksaanpak
We ontwerpen vooraf een betrouwbare proefopzet om de consumentenacceptatie van vlees van intacte beren na te gaan. Vervolgens voeren we de geharmoniseerde consumentenstudie uit in verschillende Europese landen en in twee niet-EU landen die belangrijk zijn voor de export van het Europees varkensvlees. De resultaten van de consumentenstudie relateren we aan de resultaten in verband met gevoeligheid voor de berengeurcomponenten en de houding tegenover de productie van varkensvlees en alternatieven voor onverdoofde castratie. We leggen bloot in welke mate er rekening gehouden moet worden met de verschillen tussen consumenten in de verschillende landen op vlak van perceptie en gevoeligheid voor berengeur.
 

Relevantie/Valorisatie
De studie kadert in de mogelijke omschakeling naar de productie van intacte beren. Die is slechts mogelijk als dit soort vlees aanvaard wordt door de consument. De studie levert essentiële informatie over de grenswaarden en gehalten aan berengeur welke maximaal toelaatbaar zijn en of deze gehalten verschillen tussen landen. Er komt dus een antwoord op de vraag vanaf welk gehalte aan androstenon en/of skatol welke consument een afwijkende geur waarneemt. Tegelijk verwachten we duidelijkheid omtrent andere factoren die, naast het aspect 'smaak', een rol spelen in de houding van de consument ten opzichte van de alternatieven voor onverdoofde chirurgische castratie. De studieresultaten zijn van grote waarde voor de beleids- en marktkeuzes in de toekomstige productie en handel van varkensvlees.

Financiering
DG SANCO

Externe partner(s)
Centro Ricerche Produzioni Animali
DMRI
IFIP –INSTITUT DU PORC
Institut de Recerca I Technologia Agreoalimentaries
NAU
Nofima
Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO)
Ugo
Datum:21 dec 2012 →  20 jun 2014