< Terug naar vorige pagina

Project

Bewegende taal: een onderzoek naar het kinetisch potentieel van de theatertekst.

Binnen het onderzoek 'Bewegende taal: een onderzoek naar het kinetisch potentieel van de theatertekst' wordt nagegaan hoe de dwingende aanwezigheid van tekstualiteit bij sommige makers op de hedendaagse scène een nieuw soort theatraliteit constitueert. Het gebruik van tekst in voorstellingen van onder meer Mette Edvardsen, Jan Lauwers en Abke Haring is in grote mate bepaald door de dansesthetiek, en daarom ver verwijderd van het traditionele teksttheater. Tekst wordt niet louter gebruikt als de woorden van een personage (mimetisch), noch wordt tekst uitsluitend ingezet omwille van haar materiële kwaliteit binnen het geheel aan theatrale elementen. Bovenstaande makers zetten haar op een nadrukkelijke manier in, op een manier die nog moeilijk te vatten is binnen gebruikelijke theoretische opvattingen of denkkaders omtrent tekst. Omwille van dit bijzondere statuut van tekstualiteit, is het noodzakelijk om ook de theoretisering van tekstualiteit te verbreden en het te verbinden met concepten van performancestudies, zoals 'embodiment', 'presence' en 'spatiality', concepten die minder gebruikelijk zijn in gangbare theoretische bespiegelingen over tekstualiteit. Dit onderzoek vertrekt vanuit die noodzaak en stelt de hypothese voorop dat tekst een kinetische dimensie krijgt toebedeeld. Een 'kinetisch' denkkader omtrent tekst zal toelaten om haar aanwezigheid op een meer lichamelijke en ruimtelijke manier te benaderen en om op die manier hedendaagse vormen van teksttheater accurater te vatten. Het onderzoek is daarom zowel praktisch als theoretisch van aard: aan de hand van een geselecteerd corpus zal gepoogd worden traditionele (theoretische) opvattingen te herdenken en te herdefiniëren om te kaderen hoe tekstualiteit zich in hedendaags teksttheater 'beweegt' doorheen de performatieve dynamiek.
Datum:1 okt 2018 →  31 okt 2019
Trefwoorden:THEATERSTUDIES
Disciplines:Theater en voorstelling