< Terug naar vorige pagina

Project

Bevlogen leiderschap en de invloed daarvan zowel op team functioneren en teamprestatie als op het welbevinden van individuele werknemers

Leiders kunnen de bevlogenheid van hun volgers positief beïnvloeden, zowel rechtstreeks door het effect van de kwaliteit van hun relatie als indirect door hun invloed op de beschikbaarheid van hulpbronnen voor hun volgers. Leiders die hun volgers inspireren, versterken, verbinden en empoweren, worden bevlogen leiders genoemd en zij bevorderen de vervulling van de psychologische basisnoden van medewerkers voor respectievelijk zingeving, competentie, verbondenheid en autonomie, en verhogen daardoor hun bevlogenheid. Daarnaast zorgen bevlogen leiders voor een werkomgeving die rijk is aan hulpbronnen.
Het doel van dit doctoraatsproject is om de relatie tussen bevlogen leiderschap, bevlogenheid en prestaties te onderzoeken aan de hand van meerdere indicatoren (namelijk leren, innovatie, intra-rol en extra rol-gedrag), zowel op individueel niveau als op teamniveau. De eerste doelstelling is om een conceptueel raamwerk van bevlogen leiderschap te ontwikkelen, en om de relatie tussen bevlogen leiderschap en bevlogenheid van hun volgers te onderzoeken. De tweede doelstelling is om de relatie tussen bevlogen leiderschap, bevlogenheid en prestaties van volgers te analyseren op individueel niveau en op teamniveau. Het Job Demands-Resources (JD-R) model, met name het motivatieproces dat door dit model wordt beschreven, evenals de zelfdeterminatietheorie werden gebruikt om de studies theoretisch te kaderen in dit proefschrift. In zes hoofdstukken wordt beschreven hoe de doelstellingen van dit doctoraatsproject zijn behaald, beginnend met hoofdstuk 1 waarin de algemene introductie van het doctoraatsproject wordt voorgesteld.
Hoofdstuk 2 omvat Studie 1, waarin volgende vragen worden behandeld: "In hoeverre verklaart de vervulling van de basisnoden de relatie tussen bevlogen leiderschap en bevlogenheid van hun volgers?" en "Is het voorgestelde mediatie model invariant over nationale steekproeven (uit Indonesië en Rusland)?" Een reeks multigroep-analyses met een cross-sectioneel design verleende steun aan de validiteit van het onderzoeksmodel, waarin de vervulling van basisnoden een mediërende rol speelde in de relatie tussen bevlogen leiderschap en bevlogenheid in beide landen.Hoofdstuk 3 omvat Studie 2 waarin de vraag werd behandeld: "In hoeverre verklaren de vervulling van psychologische basisbehoeften, alsmede de hulpbronnen op het werk, de relatie tussen bevlogen leiderschap en bevlogenheid?". In Studie 2 wordt gebruikt gemaakt van een longitudinaal onderzoeksdesign en wordt er een breder conceptueel raamwerk gebruikt dan in Studie 1, waarbij naast psychologische basisbehoeften ook hulpbronnen op het werk in ogenschouw worden genomen als verklaring voor de relatie tussen bevlogen leiderschap en bevlogenheid van volgers. Lineaire structuurmodellen werden gebruikt om de mediatiehypothesen te toetsen, in een steekproef van 412 Indonesische werknemers die tweemaal een vragenlijst invulden met een tijdsinterval van één jaar. De resultaten suggereren dat bevlogen leiderschap een toename van bevlogenheid voorspelt over een periode van één jaar, zowel direct als indirect, via hulpbronnen en de daaropvolgende vervulling van psychologische basisbehoeften.
Hoofdstuk 4 bevat Studie 3 die diuwongke introduceert (Javaans-Indonesische term die verwijst naar het gevoel met respect te worden behandeld) en tracht volgende vraag te beantwoorden: “Wordt de relatie tussen bevlogen leiderschap en bevlogenheid gemodereerd door diuwongke? Deze cross-sectionele studie met 607 werknemers verleende gedeeltelijke steun aan de hypothese; alleen werknemers met gemiddelde en lage niveaus van diuwongke lijken baat te hebben bij bevlogen leiderschap, in de zin dat dit voor hen wordt geassocieerd met hogere niveaus van bevlogenheid.
Hoofdstuk 5 bevat Studie 4 waarin de vraag wordt behandeld: “Verhoogt bevlogen leiderschap het niveau van collectieve teambevlogenheid, wat op zijn beurt zorgt voor betere teamprestaties, teamleren en teaminnovatie? Daarnaast wordt het cross-level effect van bevlogen leiderschap en collectieve teambevlogenheid op individuele bevlogenheid en individuele werkprestaties onderzocht. Daartoe werd een multilevel longitudinaal onderzoek uitgevoerd bij 224 arbeiders uit 54 teams van een Indonesische staatsbedrijf uit de agrarische industrie gedurende een periode van één jaar. De bevindingen van deze studie toonden aan dat bevlogen leiderschap op teamniveau positief gerelateerd was aan teamleren en teaminnovatie, via teambevlogenheid. Op cross-level niveau was bevlogen leiderschap positief gerelateerd aan individuele prestaties, leren op individueel niveau en innovatief werkgedrag, eveneens via bevlogenheid. Ten slotte vat hoofdstuk 6 de belangrijkste resultaten samen en bespreekt hun theoretische en praktische implicaties, alsook de sterke en zwakke kanten van het dissertatieonderzoek.

Datum:17 mrt 2016 →  19 feb 2020
Trefwoorden:work engagement, leadership
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen, Toegepaste psychologie
Project type:PhD project