Betrokkenheid van verpleegkundigen bij besluitvormingsprocessen inzake kunstmatige voedsel- en vochttoediening bij personen met dementie. Een empirisch-ethisch onderzoek in Vlaamse algemene en psychiatrische ziekenhuizen.

Het niet starten of stoppen van kunstmatige voedsel- en vochttoediening (KVV) is één van de meest voorkomende medische beslissingen rond het levenseinde. In het bijzonder bij patiënten met dementie treden in een later stadium vaak ernstige eetproblemen op, met ondervoeding en dehydratatie tot gevolg. Een beslissing rond KVV kan zich hierbij opdringen. Zulke beslissingen brengen complexe klinische, ethische en emotionele problemen met zich mee. Van alle zorgverleners heeft de verpleegkundige beroepsgroep het meest langdurige en nauwe contact met de patiënt. Toch is onderzoek naar de betrokkenheid en beleving van verpleegkundigen hierbij schaars. Bovendien worden zij geconfronteerd met een gebrek aan duidelijkheid en houvast over hun rol en verantwoordelijkheid in deze besluitvorming. Het overkoepelende doel van dit project is het bieden van ondersteuning aan de verpleegkundige beroepsgroep bij hun betrokkenheid in het KVV besluitvormingsproces bij patiënten met dementie. Via een kwalitatieve studie met eenentwintig diepte-interviews van verpleegkundige (Grounded Theory benadering) wordt de huidige praktijkvoering in kaart gebracht.

Trefwoorden:Nursing, Dementia, Artificial food and fluid administation, Ethics

Disciplines:Maatschappelijke gezondheidszorg