< Terug naar vorige pagina

Project

Behoud van de tropische hooggebergte boomsoorten van het genus Polylepis in Bolivië - een ecologische en genetische benadering

Conservation Biology</> is een discipline die geen correcte Nederlandse vertaling heeft en kan worden gedefinieerd als de multidisciplinaire wetenschap die tot doel heeft het verlies aan biodiversiteit op aarde testoppen, en lokaal verlies van biodiversiteit te herstellen. Conservation Biology</> beschikt over het conceptuele kader en de nodige instrumenten om de bedreigingen voor de Polylepis</>wouden in de hoge Zuid-Amerikaanse Andes te kwantificeren en om maatregelen voor behoud en herstel teformuleren. De belangrijkste concrete bedreigingen van de Polylepis</>wouden zijn branden, overexploitatie, overbegrazing, herbebossing met exotische boomsoorten, habitatfragmentatie en de opwarming van het klimaat.Momenteel ontbreekt het aan informatie omtrent de gevolgen van habitatfragmentatie, de aanplant van exoten en de opwarming van het klimaat op de Polylepis</>wouden in de hoge Boliviaanse Andes, nochtans een belangrijk centrum van Polylepis</>-endemisme in Zuid-Amerika. De belangrijkste doelstelling van dit werk was dan ook de studie van de effecten van de drie vermelde bedreigingen van Polylepis</>wouden in Bolivië. Daarbij werd een benadering gehanteerd die veld- en laboratoriumexperimenten combineert met observationele studies. Een inleidende overzichtsstudie van de biodiversiteit in Boliviaanse Polylepis</>wouden leverde, naast 13 soorten van het Polylepis</>genus, een soortenlijst op met 780 soorten, inclusief vogels, reptielen, planten en vlinders. Tien van de 13 Polylepis</>soorten, 7 plantensoorten, 14 vogelsoorten en 4 zoogdiersoorten werden door de IUCN gecategoriseerd als bedreigd of bijna bedreigd. Macro-ecologische patronen gegenereerd op basis van literatuurgegevens suggereren nog dat de planten- en vogelsoortenrijkdom van Polylepiswouden toeneemt met een toename van de jaarlijkse neerslag en van de lengte van het groeiseizoen. Wat betreft de effecten van de opwarming van het klimaat op kieming van zaden van P. besseri</> kon op basis van hydrothermale tijdsmodellen worden vastgesteld dat een toename van 0.3 graden Celsius van de huidige minimum omgevingstemperatuur, P. besseri</> kan vrijstellen van delimiet die momenteel wordt opgelegd door de basistemperatuur van de soort (3 graden Celsius). Indien de omgevingstemperatuur verder toeneemt zal de resulterende zaadkieming beïnvloed worden door zowel de stijgende temperatuur als de resulterende gereduceerde waterpotentiaal. Pas wanneerde maximale omgevingstemperatuur boven de 21.7 graden Celsius zal uitstijgen zal de kieming van Polylepis</>zaden weer beginnen afnemen. Zaden van P. besseri</> afkomstig van de grotere hoogtes in de Andes zouden onder deze omstandigheden evenwel onaangepast aan hun omgeving worden, gegeven hun thuisvoordeel in koude omgevingen. Indien deze resultaten bevestigd worden op basis van multi-jaar studies dan dient de translocatie van zaden van lage naar grote hoogteligging te worden overwogen. Wat betreft de regeneratie van Polylepis</>wouden in een matrix van exotische boomsoorten kon worden vastgesteld dat zaailingen van de tweede studiesoort, P. subtusalbida</>, kunnen co-existeren met exotische boomsoorten zoals Pinus radiata</> en Eucalyptus globulus</>. Deze co-existentie gebeurde evenwel bij lage plantdensiteiten en relatief lage kroonsluiting. De effecten op de mortaliteit bleken sterk afhankelijk te zijn van de lokaleomstandigheden, wat suggereert dat een sterk lokaal gericht herstelbeleid noodzakelijk is opdat dit herstel duurzaam zou zijn. Inzake de effecten van omgevingstemperatuur op de groei van Polylepis besseri,</> leverde ook de dendrochronologische analyses verschillen op tussen de diverse sites. Of er een positieve respons is van de groei, volgend op een temperatuursstijging net voor het groeiseizoen, bleek sterk afhankelijk van de lokaal heersende klimatologische omstandigheden. De studie van de populatiegenetica van P. besseri</>, in combinatie met een literatuurstudie van alle beschikbare populatiegenetische data voor polylepis</>soorten, leverde als conclusie op dat de belangrijkste habitatfragmentatie-processen zich relatief recent dienen te hebben afgespeeld aangezien habitatfragmentatie een nog relatief beperkt effect blijkt te hebben op de verdeling van de genetische variatie tussen en binnen habitatfragmenten. Mogelijk viel de habitatfragmentatie samen met de verovering van Zuid-Amerikadoor Spaanse troepen vanaf 1600. Dit impliceert dat het verspreidingsgebied van Polylepis</> veel omvangrijker is dan de huidige verspreiding doet vermoeden en dit opent perspectieven voor herbebossingsinitiatieven.</></></>
Datum:1 okt 2008 →  6 sep 2012
Trefwoorden:Polylepsis, Andes
Disciplines:Evolutiebiologie, Algemene biologie, Plantenbiologie
Project type:PhD project