< Terug naar vorige pagina

Project

Auteurschap en anonimiteit in de 16de-eeuwse muziek: een onderzoek naar de Alamire-handschriften

De toeschrijving van een muzikaal werk aan een componist lijkt geen primordiale factor te zijn geweest bij de zestiende-eeuwse productie van handschriften. Dit project wil een antwoord geven op de vraag wat anonimiteit betekende in vroegmodern Europa, een periode waarin componistentoeschrijvingen toenamen. Als uitgangspunt fungeren de Alamirehandschriften, die ongetwijfeld tot de meest fascinerende bronnen met Renaissancemuziek behoren. Het corpus bevat meer dan zestig koorboeken, die werden vervaardigd aan of rond het Habsburg-Bourgondische hof tussen 1498 en 1534. Deze codices van het atelier van Petrus Alamire zijn niet alleen mooi gekopieerd en prachtig verlucht, maar bevatten ook meer dan zeshonderd polyfone werken van drie generaties toonaangevende Renaissancecomponisten. Dit unieke handschriftencomplex is dan ook van centraal belang voor de studie van de zestiende-eeuwse muziek. Ondanks hun muziekhistorisch belang is tot op heden echter weinig bekend over de omstandigheden waarin de handschriften werden geconcipieerd, geproduceerd en gerecipieerd. Al hebben vrij veel werken toeschrijvingen, ongeveer 25% van het repertoire is anoniem; deze werken zijn nooit eerder uitgegeven, onderzocht, geanalyseerd of gecontextualiseerd. Dit project heeft dus drie hoofddoelstellingen: het verschijnsel van anonimiteit te onderzoeken als cultureel fenomeen en de rol van toeschrijvingen in de totstandkoming van een muzikale canon; het anonieme repertoire van de Alamire-handschriften uit te geven en te contextualiseren; en na te gaan wat het Alamire-corpus ons kan vertellen over de waarde van boek- en muziekbezit en over de modus operandi van het atelier.
Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2015
Trefwoorden:Petrus Alamire, muziekhandschriften, polyfonie
Disciplines:Musicologie en etnomusicologie, Geschiedenis van de muziek