< Terug naar vorige pagina

Project

Angiogenese, neurogenese en lymfangiogenese in de vroege ontwikkeling van endometriose met behulp van een menstruerend muismodel

Endometriose is een oestrogeenafhankelijke gynaecologische aandoening die gekarakteriseerd wordt door de groei van endometrium (baarmoederslijmvlies)-achtig weefsel buiten de baarmoeder. De meest voorkomende symptomen van endometriose zijn dyspareunie (pijn tijdens het vrijen), dysmenorroe (pijn tijdens de menstruatie), chronische onderbuikspijn, onvruchtbaarheid en chronische vermoeidheid.

 

Sampson’s theorie van retrograde menstruatie is de meest bekende en geaccepteerde theorie om endometriose te verklaren. Deze theorie gaat ervan uit dat endometriose veroorzaakt wordt doordat, tijdens de menstruatie, het endometrium via de eileiders in de buikholte vloeit, waar de endometriale cellen zich vasthechten aan de buikwand en aan de organen en daar endometrioseletsels vormen.

 

Muismodellen voor endometriose worden gebruikt om de pathofysiologie van de ziekte te bestuderen. Helaas hebben deze diermodellen nadelen en het belangrijkste nadeel is de beperkte voorspelbare waarde van deze muismodellen doordat ze niet gestandaardiseerd, gevalideerd en gereproduceerd zijn (door andere onderzoeksgroepen). Daarom wilden wij in deze thesis een nieuw muismodel voor endometriose ontwikkelen en optimaliseren, zodat we de ontwikkeling van endometrioseletsels en van endometriose-gerelateerde pijn konden bestuderen.

 

Ten eerste hebben we het protocol geoptimaliseerd om menstrueel endometrium van donor muizen te krijgen. Hiervoor hebben we de decidualisatiestimulus aangepast. Het geven van een decidualisatiestimulus is een cruciale stap in het verkrijgen van menstrueel endometrium in muizen. We hebben aangetoond dat de hoeveelheid verkregen menstrueel endometrium maximaal is nadat 100 µl olie, samen met een extra mechanische stimulus, wordt toegediend.

 

Ten tweede hebben we de veiligheid, werkzaamheid en betrouwbaarheid van verschillende oestrogeen capsules (die langzaam oestrogeen afgeven aan het lichaam) onderzocht. We hebben aangetoond dat de zelfgemaakte silastische capsules het meest geschikt zijn voor de langzame afgifte van oestrogeen, in vergelijking met de polyethyleen capsules. Daarnaast hebben we een nieuwe techniek ontwikkeld om endometriose te induceren in muizen. We hebben aangetoond dat 100% van de dieren endometriose had, en dat 60% van het geïmplanteerde weefsel teruggevonden kon worden. Dit toont aan dat we inderdaad een geschikte methode gevonden hebben om endometriose te induceren in muizen.

Ten derde hebben we onderzocht hoe endometrioseletsels en endometriose-afhankelijke pijn zich ontwikkelde in ontvangermuizen nadat menstrueel endometrium, afkomstig van donormuizen, werd geïnduceerd. We hebben dit bekeken in relatie tot hoge- en lage hoeveelheden oestrogeen in de ontvangerdieren. We hebben aangetoond dat meer letsels konden worden teruggevonden in de dieren waarin we menstrueel endometrium hadden geïmplanteerd, in vergelijking met de dieren waarin we vetweefsel geïmplanteerd hadden.

Daarnaast hebben we gezien dat oestrogeen geen invloed had op de hoeveelheid weefsel dat aanhechtte, noch op de groei en het uiterlijk van het aangehechte weefsel. Daarnaast hebben we aangetoond dat de hoeveelheid tijd tussen de implantatie van het weefsel en de opoffering van de dieren wel invloed had op de ontwikkeling van de letsels, in het begin ontwikkelden de letsels zich namelijk het meest.

Verder hebben we gezien dat de typische celstructuren die altijd worden gezien in endometrioseletsels, namelijk klierbuizen en stromale cellen, niet aanwezig waren in de letsels van de muizen. Tevens hebben we gezien dat het gedrag van de dieren, zoals activiteit, angst, en gevoeligheid voor mechanische en thermale stimuli hetzelfde was in de endometriose dieren en de dieren waarin we vetweefsel geïmplanteerd hadden.

 

Uit deze resultaten kunnen we concluderen dat we de verschillende stappen van ons laparoscopische muismodel geïnduceerd met menstrueel endometrium succesvol hebben kunnen optimaliseren. Daarom hadden we ook verwacht dat dit zou leiden tot een nieuw muismodel voor endometriose waarin we de ontwikkeling van de letsels en van endometriose-gerelateerde pijn konden bestuderen. In tegenstelling tot onze verwachtingen hebben we aangetoond dat de huidige methodologie die we gebruikt hebben om endometriose te induceren niet voldoende was voor de ontwikkeling van typische endometrioseletsels, noch om endometriose-gerelateerde pijn te ontdekken. Daarom is verdere optimalisatie van dit model nodig, zodat we een relevant model kunnen creëren waarin we endometriose kunnen bestuderen.

Datum:1 okt 2011 →  11 jun 2018
Trefwoorden:Angiogenesis and nerve fibers
Disciplines:Endocrinologie en metabole ziekten, Gynaecologie en verloskunde, Verpleegkunde
Project type:PhD project