< Terug naar vorige pagina

Organisatie

Centrum voor Roemenië studies

Research Group

Tijdsduur:1 okt 2003 →  30 sep 2009
Organisatieprofiel:Algemeen wordt theoretisch pluralisme nagestreefd. Dit houdt in dat de onderzoeksgroep zich niet aan een specifiek theoretisch stramien wil binden, maar integendeel ruimte wil scheppen voor wetenschappelijke discussie tussen verscheidene theoretische kaders (traditionele taalkunde, generatieve taalkunde, cognitieve taalkunde, discourse-analysis en argumentatieleer, formele taaldadentheorie) en taalkundige disciplines (fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek, pragmatiek). Het is echter duidelijk dat daarbinnen zwaartepunten worden gelegd, afhankelijk van tijdelijke contingenties gebonden aan omkadering en specifieke interessen binnen de groep. Het huidig onderzoek verloopt voornamelijk volgens twee richtingen (i) in een formeel-generatief kader, waarbij het zwaartepunt ligt op de morfo-syntaxis zowel vanuit een synchroon als een diachroon perspectief; (ii) in een morfologisch en semantico-pragmatisch kader, met als zwaartepunt enerzijds de vormelijke en inhoudelijke problemen gesteld door de anaforische elementen van de zin (werkwoord en (pro)nomina), zowel vanuit een synchroon als een diachroon perspectief, anderzijds de taaldadentheorie. Als onderzoekstopics komen hierbij aan bod: 1. de interpretatie van determineerders, al dan niet binnen het formele kader van de generatieve grammatica, en de theoretisering van hun verwerving door jonge Roemeenssprekende kinderen; Via comparatief onderzoek met Roemeens als referentiepunt, worden een aantal hypotheses geformuleerd die een verklaring beogen voor vaak spectaculaire taalverschillen in de syntaxis en de semantiek van de naamwoordgroep van meerdere talen.Het nauwkeurig opvolgen van de verwerving door jonge Roemeense kinderen van de categorie Determineerder moet thans ook leiden tot een substantiele bijdrage in het theoretisch debat omtrent de ontwikkeling ervan. 2. de syntactische, distributionele en interpretatieve variatie van possessiva; Onderzoek werd gevoerd naar de uitdrukking van de bezitsrelatie in het Roemeens t.a.v.andere talen. Hierbij rijst o.m. de vraag naar de structuur en interpretatie van de possessieve 'construct state' constructies, de possessieve en emfatische pronomina en de partitieve en pseudo-partitieven. 3. het beklemtoond en onbeklemtoond systeem van voornaamwoorden; Dit thema spitst zich toe op de kenmerken van de voornaamwoorden, de substituten van de naamwoordgroepen die de determinatoren toelaten, en beoogt het inbouwen van de historische dimensie in een systematisch-synchronische beschrijving van het Roemeens pronominaal systeem in het geheel van de Romaanse talen. 4. de problematiek van tijd en modus uitdrukking; In dit deelaspect wordt ernaar gestreefd de eigenaardigheden van het Roemeens op het gebied van het werkwoordsysteem op te sporen en te verklaren. Zowel hier als in 3. is het duidelijk dat er naast een Romaans systeem ook rekening moet gehouden worden met een Balkansysteem, dat zich qua tijdsuitdrukking bvb.uit in een dubbel gedrag van de presens. 5. de studie van de expressieve taaldaden in een transcultureel perspectief (in casu de dankbetuiging) Er wordt gepoogd een verklaring te geven voor de gevallen waarbij en de manier waarop kan en mag bedankt worden. Tenslotte wordt er geinvesteerd in het aanleggen van een corpus Roemeense teksten i.s.m. het Instituut voor Linguistiek te Boekarest en in het aanleggen van een corpus kindertaal i.s.m. Carnegie Mellon en met Boekarest.
Trefwoorden:ROEMEENSE TAAL, ROEMEENSE TAALKUNDE, LINGUISTIEK
Disciplines:Onderwijscurriculum, Talen, Literatuurwetenschappen