Microstructurele veranderingen in de knie bij muizen tijdens het begin en de ontwikkeling van artrose

In de knie, zoals in alle gewrichten, bedekt kraakbeen het bot. Hoe lost de natuur het uitdagende probleem op om twee zo diverse weefsels als kraakbeen en bot met elkaar te verbinden? Wat zijn de structurele en mechanische kenmerken van deze interface en hoe verandert deze bij artrose (OA)? Speelt het een rol in het ontstaan en de ontwikkeling van OA? In een groot samenwerkingsproject tussen KU Leuven, U.Luik, U.Sheffield en U.Melbourne zullen we deze vragen trachten te beantwoorden. We zullen fundamentele biomechanische en mechanobiologische aspecten van subchondraal bot, gemineraliseerd kraakbeen en hyalien kraakbeen onderzoeken, met een bijzondere nadruk op het grensvlak van bot en kraakbeen. Dit grensvlak is één van de minst begrepen en minst onderzochte locaties in het musculoskeletale systeem maar is fundamenteel voor de gezondheid van de gewrichten. We willen de materiaalkarakteristieken en mechanische eigenschappen van de interface regio kwantificeren, en bepalen welke veranderingen optreden door veranderingen in belasting. Het team van de KU Leuven zal bijdragen tot dit project en helpen bij het beantwoorden van dringende vragen over de rol van het subchondraal bot en de osteochondrale regio op kraakbeendegeneratie in posttraumatisch OA. In dit specifieke doctoraatsproject zullen we ons richten op het kwantificeren van microstructurele veranderingen in de bot-kraakbeen interface die optreden bij posttraumatische OA in muizenknieën.