< Terug naar vorige pagina

Project

Een corpusgebaseerde analyse van grammaticale cohesie in Duits T2: inzichten in het effect van de moedertaal op academische schrijfvaardigheid in een vreemde taal.

Dit project onderzoekt hoe gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) cohesie creëren in hun academische teksten. Het is belangrijk in academisch taalgebruik om cohesieve teksten te schrijven, d.w.z., grammaticale en lexicale middelen zo te gebruiken dat de logische structuur van een tekst duidelijk wordt. Uit onderzoek naar Engels T2 blijkt dat leerders cohesiemiddelen anders gebruiken dan moedertaalsprekers (T1). Het gebruik van cohesiemiddelen door leerders van andere talen dan het Engels heeft tot heden echter weinig aandacht gekregen in het onderzoek naar T2-verwerving. Dit project wil deze leemte vullen door een analyse van grammaticale cohesie in samenvattingen die door T2-leerders van het Duits zijn geschreven. Het doel van de studie is drieledig: (1) empirisch onderzoek naar de rol van de T1 in het taalgebruik van T2-leerders van het Duits met betrekking tot cohesie; (2) analyse van overeenkomsten en verschillen in het gebruik van cohesiemiddelen in Duits T1 en T2, met een focus op specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met Nederlands T1; (3) samenstelling van de benodigde corpora voor de analyse. Voor de contrastieve corpusanalyse zal ik een nieuwe methode gebruiken waarbij drie corpora in opeenvolgende cycli vergeleken worden. Op deze manier levert dit project een bijdrage aan het groeiend aantal leerderscorpora en bevordert het de theoretische inzicht in T1-specifieke en T1-onafhankelijke kenmerken van cohesie in leerderstaal.
Datum:1 nov 2022 →  Heden
Trefwoorden:DUITSE LINGUÏSTIEK, CORPUSLINGUISTIEK, LEERDERCORPUS ONDERZOEK
Disciplines:Duitse taal, Computationele linguïstiek, Corpuslinguïstiek, Tekstlinguïstiek, Taalvaardigheid