< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Niet eens een labjas? De veelstemmige verbeelding van wetenschappers en technologen in hedendaagse jeugdliteratuur

Boek - Dissertatie

Wetenschap en technologie spelen een sleutelrol in de maatschappij. Kinderen worden er van jongsaf toe aangezet om vaardigheden te ontwikkelen in Science, Technology, Engineering en Mathematics (STEM), vanuit de overtuiging dat de maatschappelijke, economische en ecologische uitdagingen van de 21ste eeuw niet kunnen worden aangepakt zonder STEM-geletterdheid bij alle burgers, en zonder voldoende STEM-experten in het bijzonder. In het onderzoek naar wetenschapseducatie- en communicatie ging verrassend weinig aandacht naar beeldvorming in media voor kinderen, waaronder jeugdliteratuur. Ook in de jeugdliteratuurstudie bleef de representatie van wetenschap en technologie onderbelicht. Ik richt me in Niet eens een labjas? De veelstemmige verbeelding van wetenschappers en technologen in hedendaagse jeugdliteratuur op die lacune en onderzoek welke beelden vandaag via (hoofdzakelijk) Nederlandstalige fictie en non-fictie voor kinderen worden verspreid over wetenschap, technologie en hun beoefenaars. Daarvoor vertrek ik vanuit de aanname dat wie leest, beroep doet op kennis en ervaringen die in literatuur én daarbuiten zijn verzameld. Cognitieve modellen en processen zoals schema’s, scripts, conceptuele metaforen, blending en mind-modelling, geven die wisselwerking weer en laten toe om tekstelementen te verbinden met de inbreng van jonge lezers en de specifieke aard van hun cognitie. Uit de analyse van diverse casestudy’s blijkt dat stereotypen rond de professor, uitvinders, figuren zoals Frankenstein, of historische wetenschappers vaak worden gemarkeerd met narratieve en stilistische technieken. Bovenop hun rol in de plot stimuleren zij zo de reflectie over het onderscheid tussen fictie en werkelijkheid, en bieden zij een kapstok om na te denken over de invulling van wetenschap en technologie. Wijzigingen ten opzichte van stereotiepe verhaalfiguren zijn in mijn corpus sterk bepaald door schema’s en scenario’s die eigen zijn aan jeugdliteratuur. Met name het romantische kindbeeld beïnvloedt de representatie van wetenschap en technologie. De portrettering van kinderen als gelijkend op wetenschappers of als wetenschappers in wording én de suggestie dat wetenschappers anders zijn, neemt in het corpus de overhand. Doordat vaste patronen worden herschikt, draagt de karaktisering van (stereotiepe) wetenschappers mogelijk bij tot de bewustwording van vaste patronen, en nodigt zij lezers uit om te reflecteren op wetenschap. Jeugdboeken verrijken het dominante vooruitgangsvertoog over wetenschap met ‘typisch kinderlijke’ kenmerken. Aandacht voor de natuur, nieuwsgierigheid en het vermogen tot betovering of ‘enchantment’, zorg voor anderen en voor de omgeving worden er verzoend met de elders vaak als objectief en rationeel gepresenteerde wetenschap en technologie. Op die manier kan jeugdliteratuur een rol spelen in de verbreding, verrijking en bevraging van het dominante STEM-verhaal.
Aantal pagina's: 392
Jaar van publicatie:2021
Trefwoorden:Doctoral thesis
Toegankelijkheid:Open