< Terug naar vorige pagina

Project

Het ontrafelen van effecten van strooiselkwaliteit en biotische bodemregulatie op strooiselafbraakprocessen in bossen op het noordelijk halfrond met behulp van een synthetische gemeenschapsbenadering

Dit doctoraatsvoorstel heeft tot doel de verbanden te onderzoeken tussen de biodiversiteit van bomen en de afbraak van strooisel, hetgeen een sleutel-ecosysteemfunctie is die de nutriënten- en koolstofcycli beïnvloeden. Om dit te doen, gebruiken we een synthetische gemeenschapsbenadering die gebruik maakt van het unieke geografische arboretum van Tervuren (B) dat de belangrijkste gematigde en boreale bosgemeenschappen ter wereld omvat. Deze aanpak laat toe het effect van samenstelling, kenmerken en biogeografische oorsprong te testen voor een nooit geziene waaier van boomgemeenschappen, terwijl er gecontroleerd wordt voor klimaat en bodem. Bij de analyse van de verkregen gegevens zal expliciet rekening worden gehouden met niet-lineair drempelgedrag. Gericht op de beginstadia van de afbraak van bladstrooisel, stellen we de hypothese voorop dat verschillende boomgemeenschappen resulteren in contrasterende afbraaksnelheden door de specifieke aanvoer van strooisel, verschillend in kwaliteit en kwantiteit (directe effecten), alsook door hun impact op het afbraakmilieu (indirecte effecten). Eerst karakteriseren we de boomgemeenschappen en hun bladstrooisel productie, gebruik makend van diversiteitsmetrieken. In een tweede stap evalueren we het afbraakmilieu onder de gemeenschappen door het microklimaat, de eigenschappen van de bovengrond, alsook de microben en detritivoor gemeenschappen te karakteriseren. In een derde stap kwantificeren we de decompositie van zowel bladstrooisel op gemeenschapsniveau als van referentiestrooisel, om een onderscheid te maken tussen de directe en indirecte effecten van boomgemeenschappen. Tenslotte gebruiken we niet-lineaire structurele vergelijkingsmodellen om het complexe web van interacties tussen strooiselinput, decompositieomgeving en afbreekorganismen te ontwarren. Gemotiveerd door de unaniem stimulerende feedback op de vorige indiening, werd dit voorstel verder verbeterd door expliciet de haalbaarheid van het doctoraat aan te tonen in termen van steekproefinspanning, en door het controleren van interagerende bodemfactoren met de toegevoegde expertise van co-PI Karen Vancampenhout.

Datum:13 jan 2022 →  Heden
Trefwoorden:Biodiversity function, biogeochemestry, below-ground above-ground interactions
Disciplines:Terrestrische ecologie, Bodemecologie
Project type:PhD project