< Terug naar vorige pagina

Project

Streptococcus pneumoniae in het tijdperk van de conjugaatvaccins: epidemiologie en moleculaire karakterisatie

Vaccinatie van jonge kinderen met pneumokokken conjugaatvaccins is een belangrijk
instrument om pneumokokken ziekte te verminderen.
In het eerste hoofdstuk onderzochten we de evolutie van invasieve pneumokokken
ziekte (IPZ) in België gedurende het sequentieel gebruik van verschillende
pneumokokokken conjugaatvaccins (2007-2018), met een focus op de periode na
de omschakeling van PCV13 naar PCV10 (2016-2018). Tijdens de studieperiode,
werden een stabiele IPZ surveillantie en stabiele hoge vaccinatie graad bij kinderen
geobserveerd. Na een significante daling gedurende de PCV13 periode, steeg de
incidentie van IPZ terug in de PCV10 periode. Deze observatie was voornamelijk het
resultaat van een snelle opmars van PCV13 serotype invasieve pneumokokken ziekte,
welke voornamelijk gerelateerd was aan serotype 19A, een serotype geïncludeerd in
PCV13 maar niet in PCV10, dat het predominant serotype in pediatrische IPZ werd.
Deze observaties samen met recente rapporten betreffende de lange termijn impact
van PCV10 op IPZ suggereert dat de kruisprotectie van PCV10 tegen serotype 19A IPZ,
gebaseerd op immunogeniciteits studies en korte termijn studies, niet zo effectief is als
PCV13. De sti jging in IPZ incidentie door een stijging in serotype 19A IPZ, resulteerde
in de beslissing om terug over te schakelen van PCV10 naar PCV13 in de Belgischevaccinatie programma’s.
In het tweede hoofdstuk onderzochten we het nasofaryngeaal dragerschap van S.
pneumoniae bij kinderen die in kinderdagverblijven werden opgevangen tijdens en
na de switch van PCV13 naar PCV10 (2016-2018). Hoewel de dragerschapsfrequentie
van pneumokokken in de nasofarynx van kinderen in kinderdagverblijven in België
stabiel en hoog was, werd een significante verandering gedetecteerd in de proportie
van PCV13 niet-PCV10 serotypes gedurende de opvolginsperiode van 3 jaar. De stijging
in de proportie van PCV13 niet-PCV10 serotypes viel samen met de stijging die werd
gezien in IPZ bij kinderen van dezelfde leeftijd tijdens de periode na aanpassing vanPCV13 naar PCV10. De gelijktijdige evolutie van serotype 19A in IPZ en dragerschap
in dezelfde leeftijdscategorie was waarschijnlijk een resultaat van het hoge potentieel
van serotype 19A om invasief te worden. In tegenstelling tot de stijging van serotype
19A na de vaccin aanpassing, bleef de proportie van de twee andere PCV13 niet-PCV10
serotypes, serotype 3 en 6A, laag en stabiel zowel in dragerschap als in invasieve ziekte
bij kinderen.
Steunend op de parallelle design van de IPZ surveillantie en de dragerschapsstudie,
onderzochten we de relatie tussen S. pneumoniae stammen die werden gedragen
door de gezonde jonge kinderen in de kinderdagverblijven en de S. pneumoniae
stammen die invasieve pneumokokken ziekte veroorzaakten tijdens en na de
verandering van PCV13 naar PCV10 (2015-2018). Verschillende serotypes warendominant in dragerschap (23B, 23A, 11A, 15B) en IPZ (12F, 19A, 10A, 33F). We

observeerden dat de meest invasieve serotypes (12F, 1, 3, 24A/B/F, 33F, 19A, and
9N) niet frequent werden gedragen. Anderzijds, veroorzaakten de predominante
serotypes in dragerschap zeldzaam invasieve ziekte, wat in overeenkomst is met
de observaties van andere studies. Slechts enkele van de serotypes met een hoog
potentieel om invasief te worden (serotype 1,3 en 19A) in België zijn geïncludeerd in
PCV10 en/of PCV13, wat de nood aan en het potentieel van de nieuwe hoger valent
geconjugeerde vaccins onderstreept.
Zowel in IPZ en dragerschap werd een stijging in serotype 19A geobserveerd na de
omschakeling van PCV13 naar PCV10. We ontwikkelden een protocol om het volledige
genoom van de pneumokokken te sequeneren en op die manier pneumokokken te
karakteriseren. Het sequeneren van in totaal 166 serotype 19A isolaten van kinderen
en oudere volwassenen, en dragerschap isolaten van gezonde kinderen van dezelfde
periode na de vaccin omschakeling, legde de aanwezigheid van 24 verschillende
sequentie types bloot. Twee sequentie types, ST416 en ST994, vertegenwoordigden
de meerderheid van de serotype 19A isolaten zowel in IPZ bij kinderen en volwassenen
als in dragerschap. Deze sequentie types verschilden van de predominante serotype
19A IPZ sequentie types in kinderen na de introductie van het 7-valent pneumokokkenvaccin
in België (ST193 en ST276), wat aantoont dat de voorspelling van klonen die
zullen stijgen niet volledig gebaseerd kan zijn op evoluties die werden geobserveerd in
het verleden. Hoewel er zowel na de introductie van PCV7 en PCV10 een stijging was in
serotype 19A, was de impact van de vaccins op de microepidemiologie van serotypes
19A verschillend door het sti jgen van verschillende klonen. Ondanks hun gevoeligheid
aan antibiotica, stegen de ST416 en ST994 klonen zowel in dragerschap en IPZ tijdens
het gebruik van PCV10. Verder onderzoek naar de karakteristieken van deze stammen
en vergelijking van deze Belgische serotype 19A stammen met serotype 19A stammen
van zowel PCV13 en PCV10 landen is noodzakelijk om de stijging van de predominante
klonen tijdens PCV10 gebruik in België beter te kunnen begrijpen.
Onze studie levert belangrijke informatie voor beleidsmakers en onderstreept het
belang van goede surveillantie systemen en heel nauwlettende follow-up van de
mogelijke impact van het wijzigen van een vaccinatie strategie. Het diep karakteriseren
van pneumokokken kan helpen om de veranderingen in de epidemiologie beter te
verstaan. Het beter begrijpen van de opmars van de specifieke pneumokokken klonen
is noodzakelijk om een betere voorspelling te kunnen doen van het fenomeen van serotype vervanging geassocieerd met wijzigingen in vaccinatie programma’s en van

de impact van de wijziging in vaccin op pneumokokken ziekte en dragerschap.

Datum:1 nov 2016 →  22 feb 2022
Trefwoorden:NGS, Streptococcus pneumoniae
Disciplines:Biochemie en metabolisme, Systeembiologie, Medische biochemie en metabolisme
Project type:PhD project