Evaluatie van de selectieve motorische controle bij kinderen met neuromotorische ontwikkelingsstoornissen

Loopstoornissen komen voor bij kinderen met hersenafwijkingen over het gehele spectrum van de mate van de aandoening, van mild (Developmental Coordination Disorder-DCD) tot ernstiger (Cerebral Palsy-CP). Bij CP resulteert een verminderde selectieve motorische controle (SMC) tijdens het lopen in meer synergistische bewegingspatronen. Dergelijke patronen worden ook gezien bij typisch ontwikkelende (TO) peuters, maar waar normaal gesproken het looppatroon zich verder ontwikkelt in meer complexe bewegingen, blijven bij CP de primitieve patronen. Kinderen met CP met een slechtere SMC reageren minder goed op conventionele behandelingen. Derhalve, kan de mate van SMC voorspellend zijn voor het behandelingsresultaat. Op dit moment zijn er geen studies die SMC in DCD onderzoeken. Wij stellen de hypothese dat bij DCD soortgelijke onrijpe synergetische patronen de ontwikkeling verhinderen. Echter, verwachten we in DCD alleen afwijkingen in SMC wanneer kinderen lopen combineren met een andere taak. Door het vergelijken van SMC tijdens het lopen in DCD, CP, en TO kinderen met en zonder dubbele taak, krijgen we een fundamenteel begrip van SMC in de verschillende stoornissen. Dit zal helpen bij de ontwikkeling van geïndividualiseerde interventies voor SMC om lopen in deze kinderen te verbeteren.