< Terug naar vorige pagina

Project

Landschapsgebruik, habitatgebruik en klimaatadaptatie bij vleermuizen

Alle vleermuissoorten zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Vleermuizen vormen een kritische groep voor het beleid. Van de 18 soorten waarover Vlaanderen heeft gerapporteerd zijn er 12 ongunstig of onvoldoende gekend. Het soortbeschermingsplan vleermuizen rekent op inbreng van het INBO om acties voor soortbescherming te kunnen ondernemen. Concreet worden van het INBO adviezen en richtlijnen gevraagd rond de inrichting van winterverblijven en landschapsgebruik. Tot hiertoe was het nog niet mogelijk om met de methoden die op het INBO beschikbaar zijn, potentiële habitatkaarten te construeren, wat voor de overige habitatrichtlijnsoorten wel het geval was. INBO heeft expertise in modellering van beide aspecten, maar verder onderzoek is nodig om deze modellen te optimaliseren en breder inzetbaar te maken.
Doordat vleermuizen zeer specifieke microklimaatomstandigheden nodig hebben om te overwinteren, zijn ze zeer gevoelig aan klimaatverandering. Voor veel soorten worden range verschuivingen en extincties verwacht. Het is daarom van groot belang te onderzoeken in welke mate de overwinteringsobjecten klimaatrobuust zijn of kunnen worden gemaakt. Daarnaast zijn de meeste soorten voor hun migratie sterk gebonden aan landschapselementen, en is een goede connectiviteit essentieel om verplaatsingen onder invloed van klimaat toe te laten.
Datum:1 jan 2020 →  Heden