< Terug naar vorige pagina

Project

Wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van het everzwijnenbeleid en -beheer (EVINBO)

Uit het overleg in de verschillende faunabeheerzones blijkt dat er een grote vraag is naar betere informatie over impact en verspreiding van everzwijnen en ook naar trends in schade en aantallen als gevolg van het actuele beheer. Onduidelijkheid over de omvang, reproductie, dichtheden en activiteitenpatronen van everzwijn doorheen ruimte en tijd zorgen steeds weer voor discussies en meningsverschillen tussen de verschillende deelnemers aan het overleg. Ook zijn er nog steeds grote verschillen in de kennis en kennislacunes omtrent mogelijke impact van de everzwijnen, potentiële risicoschattingen en omtrent de efficiëntie en effectiviteit van beheermethoden in functie van populatiereductie en impactbeheer. Het is duidelijk dat het verwerven en versterken van een geobjectiveerde, gemeenschappelijke kennisbasis over de ecologie en beheer van everzwijnen zowel als over de huidige aantallen, beheerscenario’s en de huidige impact zowel als risicoanalyses van everzwijnen beheer een belangrijk element is om te komen tot een rationeel en wetenschappelijk onderbouwd populatiebeheer van everzwijn in Vlaanderen.

Het onderzoek in kader van deze overeenkomst omvat meer bepaald de volgende drie projecten:

Project 1. De actualisatie van het everzwijnenpopulatiemodel i.f.v. beheerscenario’s.
Doel van dit project is om aan de hand van een geactualiseerd populatiemodel voor de everzwijnpopulatie in Vlaanderen te komen tot onderbouwde afschotadviezen voor beheerders. Het effect van het afschot van een dier uit een bepaalde leeftijds- of geslachtcategorie op de populatiegroei is immers bij everzwijn afhankelijk van de populatiedynamiek van de populatie (hoge overleving, grote worpen i.f.v. de leeftijd, leeftijd van eerste reproductie, percentage reproducerende dieren). Door het actualiseren van het bestaande model op basis van cijfers die de laatste jaren verzameld werden, wordt het mogelijk de effecten van mogelijke beheerscenario’s te simuleren en door te vertalen naar adviezen voor beheerders in Vlaanderen, al dan niet gedifferentieerd in functie van een gekozen beheerdoelstelling.

Project 2. Trends in aantallen en verspreiding van everzwijn aan de hand van cameravallen.
Het gebruik van cameravallen voor de monitoring en het onderzoek van everzwijnen is in volle ontwikkeling en kent momenteel al toepassingen (relatieve aantallen, activiteitenpatronen, verspreidingsonderzoek, detectie van aanwezigheid) die echter wel nog gekenmerkt worden door onzekerheden betreffende de correcte interpretatie van de verzamelde data, de beperkingen van de methodes, de toepasbaarheid/haalbaarheid ervan, mogelijke inzet van vrijwilligers voor het verzamelen van data, scoren van beelden. Cameravallen worden reeds lang gebruikt binnen de jachtsector en de integratie en verdere ontwikkeling van analyses gebaseerd op cameravallen biedt bijgevolg veel toekomstmogelijkheden voor het integreren van data verzameld door jagers op het terrein als vorm van ‘citizen science’. Doel van dit onderzoek is het evalueren en verbeteren van de inzet van een cameravalnetwerk als methode voor het opvolgen van trends en lokale veranderingen in de verspreiding van everzwijn in een bepaald gebied of regio. Het project moet mogelijke beperkingen en verbeteringen van de gebruikte methodiek in kaart brengen. In eerste instantie zal het cameravalnetwerk ten zuiden van Leuven uitgebouwd en operationeel gemaakt worden (dezelfde data worden ook gebruikt in functie van het documenteren en evalueren van de jachtstrategie Meerdaalwoud en Dijlevallei). Aan de hand van de analyse van deze dataset zal nagegaan worden welke vragen door middel van een dergelijke (of aangepaste) opstelling van cameravallen beantwoord kunnen worden (of juist niet) en tevens een oplijsting gebeuren van de beperkingen van de methodiek. Op basis van deze resultaten worden ook één of meer terreinprotocollen uitgewerkt en worden gestandaardiseerde analysetools op punt gesteld opdat deze methoden ook in andere gebieden gestandaardiseerd toegepast en geanalyseerd kunnen worden.

Project 3. Documenteren en evalueren van de jachtstrategie voor everzwijn in Meerdaalwoud en de Dijlevallei.
Sinds 2018 wordt het afschot van everzwijn in Meerdaalwoud uitgevoerd op basis van een strategie die het afschot differentieert in tijd en ruimte. Dit project heeft tot doel de uitvoering van het beheer zowel als de resultaten ervan te documenteren en evalueren binnen het framework van adaptief impactbeheer. Bij een adaptief beheerproces worden de beheercyclus en de wetenschappelijke opvolging en analyse geïntegreerd tot één geheel. Hierdoor laat dit proces toe het uitgevoerde beheer te evalueren en bij te sturen op het terrein én resulteert tegelijkertijd in het verbeteren van de kennis over het functioneren van het triade mens – dier – biotoop. Deze verbeterde kennis vormt op zijn beurt weer de input voor het nemen van beheer- en beleidsbeslissingen in toekomst.
Datum:1 dec 2020 →  Heden