< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Terugvordering van verboden fiscale staatssteun: een juridisch kluwen in de zoektocht naar gepaste antwoorden

Tijdschriftbijdrage - Tijdschriftartikel

Het staatssteunrecht krijg de laatste jaren meer en meer de aandacht. In de nasleep van de coronacrisis zal dit alleen maar toenemen aangezien veel lidstaten talloze steunmaatregelen nemen zodat getroffen ondernemingen het hoofd boven water kunnen houden. In het verleden ging de aandacht meestal uit naar het verlenen van de steun, maar de laatste tijd is er ook een groeiende interesse voor de terugvorderingsproblematiek. Dat is ook te zien aan het toenemende aantal staatssteunzaken voor de Unierechter. Aan de hand van deze rechtspraak wordt de terugvorderingsprocedure stap voor stap uitgerold en vormgegeven. De terugvordering van staatssteun heeft een meergelaagde dimensie waardoor verschillende actoren met elkaar in contact komen. Elke actor heeft zijn eigen bevoegdheid, taak of belang, maar onvermijdelijk ook zijn eigen problemen of hinderpalen tijdens de terugvorderingsprocedure. Het doel van deze masterscriptie is om de problemen per actor te identificeren en vervolgens na te gaan hoe deze problemen verholpen kunnen worden. Hiervoor is volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Welke praktische moeilijkheden komen de verschillende actoren tegen tijdens de terugvorderingsprocedure en hoe kunnen deze verholpen worden?” De verschillende actoren die behandeld worden zijn: de Europese Commissie, de lidstaat, de begunstigde en de concurrent. Wanneer de Europese Commissie onrechtmatig verleende steun onverenigbaar verklaart met de interne markt moet zij de lidstaat verplichten tot terugvordering. De lidstaat heeft vervolgens een wetgevingsvraagstuk voor de boeg: hoe wordt de steun het best teruggevorderd? Uit het onderzoek blijkt dat het de beste optie is om, in het licht van een onverwijlde en daadwerkelijke terugvordering, een algemene terugvorderingswet in te voeren. Wanneer de Europese Commissie daarentegen onrechtmatig verleende steun wél verenigbaar verklaart met de interne markt, zal zij geen terugvordering kunnen bevelen. Bijgevolg valt de verantwoordelijkheid op de schouders van de concurrenten en de nationale autoriteiten om deze steun op eigen initiatief terug te vorderen. De begunstigde zal zich proberen te verzetten tegen een nakende terugvordering en heeft daarvoor enkele verweermiddelen. Wanneer hij de geldigheid van het terugvorderingsbesluit wil betwisten, zal hij rechtstreeks beroep moeten instellen bij het Hof van Justitie en kan hij niet achteruit leunen tot de nationale overheid komt aankloppen. Tot slot draagt de concurrent een zware verantwoordelijkheid op het vlak van de voorlopige terugvordering in afwachting van een Commissiebesluit en bij de terugvordering van de onrechtmatigheidsrente bij onrechtmatige, maar verenigbare steun. De verplichting van de fiscus om onrechtmatige steun op eigen initiatief terug te vorderen en een aanpassing aan de Procedureverordening kunnen deze verantwoordelijkheid verlichten.
Tijdschrift: Jura Falconis
ISSN: 0775-2709
Issue: 4
Volume: 57
Pagina's: 1237 - 1319
Toegankelijkheid:Open