< Terug naar vorige pagina

Project

Op de rand van het bestaan: Het ontrafelen van de verbanden tussen existentieel lijden, disconnectie en geriatrische depressie bij bewoners van woonzorgcentra

Verontrustend hoge depressie-prevalentiecijfers zijn gerapporteerd onder bewoners van woonzorgcentra (WZC) (4% tot 25% voor majeure depressie), wat twee keer zo hoog is als bij zelfstandig wonende ouderen. Etiologische factoren voor depressie op latere leeftijd weerspiegelen vaak de redenen voor transitie naar een WZC (bijv. lichamelijke beperkingen, functionele beperkingen), maar deze factoren kunnen de verhoogde prevalentie van depressieve symptomen niet volledig verklaren. Naast deze hoge depressie-prevalentiecijfers, zijn er ook beschrijvingen van WZC-bewoners die worstelen met existentiële thema’s. In vergelijking met de rapportering van de  depressieve symptomen krijgt het onderwerp van existentiële thema’s opvallend weinig aandacht in de gerontologische literatuur. Een ander concept dat sporadisch wordt genoemd in zowel de geriatrische als de existentiële literatuur, is het concept van disconnectie, een ervaring die zich op verschillende dimensies kan manifesteren, zoals disconnectie van het zelf, lichaam, anderen, tijd en plaats. Voorlopig lijkt er echter nog geen onderzoek gedaan te zijn naar deze verschillende disconnectie-dimensies bij WZC-bewoners. Gezien de huidige ontbrekende kennis over de etiologische factoren van depressieve symptomen bij WZC-bewoners enerzijds, en het gebrek aan onderzoeks-aandacht voor existentieel lijden en disconnectie anderzijds, heeft dit doctoraatsproject als doel om te ontrafelen hoe deze ervaringen met elkaar samenhangen over de tijd heen bij WZC-bewoners.

Dit doctoraatsproject heeft meer bepaald twee hoofdoelstellingen: ten eerste willen we verhelderen hoe existentieel lijden en depressieve symptomen met elkaar samenhangen over de tijd heen en of existentieel lijden een kwetsbaarheidsfactor kan zijn bij de ontwikkeling van depressieve symptomen bij WZC-bewoners. Ten tweede zullen we onderzoeken hoe verschillende disconnectie-dimensies (zelf, lichaam, anderen, tijd en ruimte) samenhangen met deze ervaringen van existentieel lijden en depressieve symptomen. Deze kennis zal inzichten verschaffen voor interventie- en preventiestrategieën in WZC, omdat het de longitudinale verbanden tussen existentiële worstelingen, disconnectie-ervaringen en depressieve symptomen of de bidirectionaliteit van deze ervaringen zal verduidelijken.

Om deze hoofdoelstellingen te bereiken wordt er gebruik gemaakt van een longitudinale kwantitatieve studie. Deze longitudinale kwantitatieve studie bestaat uit drie meetrondes waarin WZC-bewoners worden geïnterviewd (met een interval van een jaar) aan de hand van gestructureerde vragenlijsten. Deze vragenlijsten richten zich op depressieve symptomen, zinbeleving, existentiële eenzaamheid en disconnectie van het zelf, lichaam, anderen, tijd en ruimte. De eerste (n = 242) en tweede (n = 174) meetronden zijn afgerond. Dit onderzoek zal worden aangevuld met 1) een scoping review om dieper in te gaan op hoe zinbeleving bij ouderen geconceptualiseerd wordt in de huidige literatuur en 2) een cross-sectioneel kwantitatief onderzoek om te onderzoeken of zorgpersoneel in WZC verschillende opvattingen hebben over de ervaring van existentieel lijden versus depressieve symptomen.

Datum:1 okt 2021 →  Heden
Trefwoorden:geriatric depression, existential suffering, meaning in life, existential loneliness, nursing home
Disciplines:Ontwikkelingspsychologie en veroudering niet elders geclassificeerd
Project type:PhD project