Naar een nieuwe benadering van de duty of non-recognition: onderzoek naar de mogelijkheid tot invoering van een positieve due diligence-verplichting voor staten om private ondernemingsactiviteiten in militair bezette gebieden te reguleren. (FWOTM1014)

Het is meermaals aangetoond dat private bedrijven die activiteiten ontplooien in bezette gebieden een cruciale rol spelen bij de verderzetting van deze militaire bezettingen. Onder de huidige stand van het internationaal recht is het evenwel onmogelijk om rechtstreeks tegen deze bedrijven op te treden. Dit creëert een juridisch vacuüm m.b.t. de bescherming van de lokale bevolking en zet de deur open voor bedrijven om voordeel te halen uit genormaliseerde schendingen van het internationaal recht.
Geïnspireerd door de trend in verschillende internationale rechtstakken, zoals mensenrechten en IHL, om extraterritoriaal gedrag van private bedrijven indirect te regelen via een positieve due diligence-verplichting in hoofde van hun nationale staten, zal dit onderzoek nagaan of deze techniek ook kan worden toegepast in de context van de duty of non-recognition. Hierdoor zouden staten niet enkel gehouden zijn om militaire bezettingen niet te erkennen, maar ook om nationaal maatregelen te treffen om te voorkomen dat hun bedrijven bijdragen tot de verderzetting van deze illegale bezettingen.
Met deze nieuwe benadering van de duty of non-recognition zal dit proefschrift een innovatief rechtskader introduceren voor staten om de problematische bijdrage van hun bedrijven aan militaire bezettingen aan te pakken. Verder zal het concrete aanbevelingen formuleren over hoe beleidsmakers, rechtspractici, bedrijven en ngo’s moeten omgaan met de implicaties van deze verplichting in de praktijk

Trefwoorden:De plicht van staten om niet te erkennen, Particuliere zakelijke activiteiten in bezette gebieden, Due diligence-verplichtingen onder internationaal recht

Disciplines:Mensenrechtenwetgeving, Internationaal recht, Aansprakelijkheidsrecht