< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Artikel 19 Begraafplaatsen en Lijkbezorging in Vlaams Gewest

Tijdschriftbijdrage - Tijdschriftartikel

Afdeling 3. CREMATIE 19. § 1. Voor crematie is een toestemming vereist die wordt verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar, het overlijden werd vastgesteld, indien dat overlijden in het Vlaamse Gewest heeft plaatsgehad, of door de procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar zich ofwel het crematorium ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene bevindt, indien het overlijden heeft plaatsgehad in het buitenland. Voor de crematie van een persoon die overleden het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of het Waalse Gewest wordt met de toestemming tot crematie gelijkgesteld de machtiging die daartoe wordt verleend door de overheid die in dat gewest bevoegd is voor het verlenen van een toestemming tot crematie. [Artikel 15bis, met uitzondering van paragraaf 2, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de toestemming tot crematie, met dien verstande dat: 1° het woord "begraving" gelezen wordt als het woord "crematie"; 2° de woorden "ofwel de begraafplaats ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene" gelezen worden als de woorden "ofwel de begraafplaats ofwel het crematorium ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene"; 3° bij de aanvraag tot toestemming tot crematie een attest moet worden gevoegd waarin de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld, vermeldt of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdacht of niet vast te stellen oorzaak. Als de aanvraag tot toestemming tot crematie het lijk van een in een gemeente van het Vlaamse Gewest overleden persoon betreft, en de voormelde geneesheer heeft bevestigd dat het om een natuurlijk overlijden gaat, dan moet bovendien het verslag worden bijgevoegd van een beëdigd geneesheer uit de eigen gemeente of een andere gemeente van het Vlaamse Gewest die door de ambtenaar van de burgerlijke stand of door diens gemachtigde beambten van het gemeentebestuur is aangesteld om de doodsoorzaken na te gaan. In dat verslag wordt vermeld of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak. Het ereloon en alle daaraan verbonden kosten van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand of door diens gemachtigde beambten van het gemeentebestuur aangestelde geneesheer vallen ten laste van het gemeentebestuur van de gemeente van het Vlaamse Gewest waar de overledene in de bevolkingsregisters, het vreemdelingen-of wachtregister is ingeschreven; 4° de ambtenaar van de burgerlijke stand het dossier aan de procureur des Konings van het arrondissement moet zenden wanneer omstandigheden het vermoeden van een gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak van overlijden wettigen of wanneer de geneesheer in een van de voorgeschreven documenten, vermeld in punt 3°, niet heeft kunnen bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen van een gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak van overlijden zijn. In dat geval kan toestemming tot crematie eerst worden verleend nadat de procureur des Konings aan de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft laten weten dat hij er zich niet tegen verzet.]
Tijdschrift: Personen- en familierecht
ISSN: 1780-0285
Volume: 92
Pagina's: 251 - 262
Jaar van publicatie:2021
BOF-keylabel:ja
Toegankelijkheid:Closed