< Terug naar vorige pagina

Project

Hoe de derde golf van mondiaal gerechtelijk (en sociaal) activisme de hiaten in ecologisch bestuur opvult en het paradigma van aansprakelijkheidsherstel uitdaagt. (EU636)

Dit project geeft een beeld van de wereldwijde progressieve transformatie van mensenrechtengeschillen in meer ecocentrische rechtszaken en de opkomende maar belangrijke rol van (activistische) rechtbanken bij het aanpakken van ecologische bestuurskloven. Daarnaast zal worden onderzocht hoe deze vergroening van sociale geschillen het juridische concept van aansprakelijkheidstoekenning in transnationale rechtszaken uitdaagt en de toegang tot effectieve rechtsmiddelen voor slachtoffers van transnationale ecologische schade beïnvloedt. De belangrijkste hypothese is dat ecocentrische rechtszaken er meestal op gericht zijn om de architecten van ecologische governance, dat wil zeggen beleidsmakers en globale waardeketen coördinerende bedrijven, aan te duwen om effectieve maatregelen te nemen voor de duurzaamheid van ecosystemen, zonder noodzakelijkerwijs naar concrete oplossingen voor slachtoffers te zoeken. Hoewel de effectiviteit van dit activisme in twijfel zou kunnen worden getrokken door te bedenken dat slechts een minderheid van de transnationale ecologische conflicten rechtszaken worden, heeft ecocentrische jurisprudentie niettemin de mogelijkheid om ecologisch verantwoord gedrag van beleidsmakers en bedrijven te stimuleren. Het project zal onderzoeken hoe dit instrumentalistische gebruik van de rechterlijke macht het noodzakelijke debat over de kwaliteit van ecocentrische jurisprudentie kan verbergen, aangezien rechtbanken technische kennis missen over ecologische en economische kwesties en over het soort rechtsmiddelen die feitelijke of potentiële slachtoffers (bijv. toekomstige generaties) kunnen verkrijgen van ecocentrische oordelen. De combinatie van systematische (kwantitatieve en kwalitatieve) empirische analyse van globale gegevens zou moeten leiden tot een project met hoge winst dat licht werpt op de transformatie van sociale claims, op de synergieën tussen sociaal en gerechtelijk activisme en de productie en implementatie van soft law, op de institutionele kwaliteit van rechtbanken om mondiale ecologische en economische conflicten te begrijpen, over de patronen van innovatieve ecocentrische jurisprudentie, over de vraag of triggerende rechtbanken bijdragen aan het opvullen van ecologische bestuurskloven, en of dit al dan niet een watervaleffect heeft op de toegang tot verhaal voor slachtoffers van ecologische schade.
Datum:1 jan 2021 →  Heden
Trefwoorden:Milieu- en klimaatverandering, maatschappelijke impact en beleid, grondwet, mensenrechten, rechtsvergelijking, humanitair recht, anti-discrimatie recht
Disciplines:Vergelijkend recht, Milieurecht, Klimaatsverandering