Variabel gebruik van determinatoren in Nederlands Nedersaksisch: Onderzoek naar de grammaticale, stylistische en dialectgeografische aspecten van de distributie

Het bepaald lidwoord is een centraal grammaticaal kenmerk van Europese talen (Haspelmath 2001). Interessant genoeg is het gebruik van bepaalde lidwoorden in de Nedersaksische van Groningen optioneel, zoals in de zin: kou staait in sloot (koe staat in sloot), zie Ter Laan (1953). Omdat onderzoek op basis van gesproken taal nog steeds ontbreekt, begint dit project met een gedetailleerde empirische studie van lidwoordgebruik in Groningen, door gebruik te maken van spontane dialectdata naast questionnaires om op die manier een vervolg te geven aan vragen zoals gesteld door Oosterhof (2008) en Pheiff (2019). Bovendien bouwt het project voort op onderzoek over lidwoordweglating in het 'York English' (Rupp & Tagliamonte 2019): de doelstelling is de grammaticale, semantische/pragmatische en sociodemografische factoren te vergelijken die de variatie in het Gronings en 'York English' bepalen, door vergelijkbare statistische methoden toe te passen als Rupp & Tagliamonte. Een interessant aspect is dat er overeenkomsten kunnen worden geobserveerd in de evolutie van het bepaald lidwoord in relatie tot de contexten waarin dat lidwoord juist niet voorkomt. Om een meer gedetailleerd overzicht met betrekking tot verschijnselen van variabel lidwoordgebruik te bereiken, kan de empirische focus worden uitgebreid naar andere contexten met relevante variatie zoals eigennamen in Vlaamse variëteiten. Nederlandse, Engelse en gerelateerde dialectdata benaderen vanuit contrastief perspectief helpt o.a. hypothesen te ondersteunen over de historische evolutie van bepaalde lidwoorden en verschaft nieuwe inzichten in fenomenen van variabel lidwoordgebruik over talen heen.

Trefwoorden:Dutch language, English language, Dialect variation, Information structure, Determiner system, Syntax, Definiteness, Animacy

Disciplines:Nederlandse taal, Syntax, Engelse taal