< Terug naar vorige pagina

Project

Belgische avant-gardekunst op papier in een Europese context, 1918-1950

Het BePAPER-project Dit doctoraat, onder begeleiding van promotor Prof. dr. Sascha Bru en co-promotor Prof. dr. Barbara Baert, is een onderdeel van het BePAPER-project, Belgian Art on Paper in a European Perspective, 1918-1950. Het maakt deel uit van het onderzoeksprogramma BRAIN-be 2.0, Belgian Research Action through Interdisciplinary Networks (https://www.belspo.be/belspo/brain2-be/project_p2_nl.stm), gefinancierd door BELSPO. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met curator dr. Inga Rossi-Schrimpf en directeur Michel Draguet van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België (KMSKB), de Université Libre Bruxelles (ULB) en Prof. dr. Fred Truyen. BePAPER wil de Belgische avant-gardistische 'werken op papier' tussen 1918-1950 bestuderen, ontsluiten en promoten. De collectie 'werk op papier moderne kunst' van het KMSKB bestaat uit meer dan 1000 losse bladen en schetsboeken van Belgische avant-gardekunstenaars uit deze periode. Ze heeft een grote verscheidenheid aan autografische kunstwerken met papier als basismateriaal: tekeningen, schetsen, collages, papierassemblages, aquarellen, gouaches, boek- en tijdschriftillustraties, enz. De kunstenaars vertegenwoordigd in de collectie zijn onder meer: futurist Jules Schmalzigaug, de expressionisten Frits van den Berghe, Joseph Cantré, Gustave De Smet, Constant Permeke, de constructivisten Jozef Peeters, Karel Maes, Felix De Boeck, Victor Servranckx, Edmond van Dooren en Pierre-Louis Flouquet, de kubist, en later purist, Marthe Donas, en de surrealisten Paul Delvaux, René Magritte, E.L.T. Mesens en de dadaïst Paul Joostens. Naast de wetenschappelijke artikels en een doctoraat worden de bevindingen van het BePAPER-project ook aan het publiek bekendgemaakt door het organiseren van een symposium, een lezingenreeks aan de ULB en een (reizende) tentoonstelling met een begeleidende catalogus. Om deze tot nu toe vrijwel onbekende kunstwerken te promoten worden open data-oplossingen ingezet om een duurzaam internetplatform en een online database op te bouwen. Voor de ontwikkeling van een digitale FAIR-strategie is de betrokkenheid van Prof. dr. Fred Truyen onontbeerlijk. Doctoraat Zoals de collectie van 1000 avant-gardewerken op papier van het KMSKB illustreert, waren vele Belgische avant-gardekunstenaars tijdens het interbellum en de jaren 40 aangetrokken tot het medium van papier. Aan de hand van een kwantitatieve analyse van de gegevens van het museum wordt het corpus geselecteerd voor de kwalitatieve studie, die deel uitmaakt van dit proefschrift. Naast de geselecteerde werken zal dit doctoraat ook de printcultuur in het algemeen bestuderen en zo bijdragen tot het onderzoek van de Belgische, en bij uitbreiding de Europese, culturele productie in de eerste helft van de twintigste eeuw. Het proefschrift dat de domeinen van de kunstgeschiedenis en de literatuurgeschiedenis zal combineren, zal dus benaderd worden vanuit het interdisciplinaire perspectief van de culturele studies. Tijdschriften, kunstenaarsboeken, brieven en egodocumenten zullen worden uitgediept om een beter inzicht te krijgen in de kunsttheorieën (die van toepassing zijn op de werken op papier van het KMSKB) van Belgische avant-gardekunstenaars, en om hopelijk waardevolle informatie te verkrijgen over de visie van de kunstenaars over de materialiteit van papier. De analyse van de recensies uit die periode zal ook inzicht geven in de receptie van deze werken door de toenmalige kunstwereld. Het proefschrift zal dan ook putten uit een ruimere waaier van bronnen uit archieven, zoals die van het KMSKB, namelijk het Archief voor Hedendaagse Kunst in België (AHKB) en het Archief van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (AKMSKB). Uiteindelijk zullen de Belgische avant-gardewerken op papier ook vergeleken worden met andere (populaire) kunstvormen zoals het toenmalige opkomende medium van de film. Voortbouwend op de specificiteit van deze collectie wil dit doctoraat in kaart brengen waarom en hoe deze Belgische avant-gardekunstenaars zich tot papier hebben gewend. Heeft de keuze van dit medium invloed gehad op hun esthetiek? Wat was de status van papier in hun oeuvre? En hoe verhouden deze werken zich tot andere kunstwerken in verschillende media van de Belgische en internationale avant-garde? Aangezien de Europese avant-garde als het grootste internationale kunstnetwerk kan worden beschouwd, rijst de vraag of deze Belgische kunstwerken op papier al dan niet internationaal in omloop waren (bv. in tijdschriften of tentoonstellingen). Zoals afgeleid uit deze onderzoeksvragen zal het PhD vier aspecten onderzoeken: (i) de rijke diversiteit van materiaal en functionaliteit, (ii) reproductie en verspreiding van de kunstwerken, (iii) internationale circulatie van de kunstwerken, en (iv) de esthetiek van deze werken op papier. Deze vier aspecten zullen verder worden uitgewerkt op basis van vijf casestudies: Jozef Peeters, centraal figuur en netwerker van de Antwerpse avant-garde, filmliefhebber Paul Joostens, uniek figuur en enige dadaïst onder de Belgische kunstenaars, het duo René Magritte-Victor Servranckx, dat samenwerkte voor verschillende projecten op/met papier, de surrealist E.L.T. Mesens, die een belangrijke rol speelde in de promotie van de surrealistische beweging in Londen, en Marthe Donas, een van de weinige succesvolle vrouwelijke avant-gardekunstenaars wiens abstracte werken te zien waren in internationale (solo-)tentoonstellingen en tijdschriften. Aangezien er nooit een uitgebreide studie of overzicht is uitgebracht van dit tot nu toe onontgonnen onderwerp, zal dit proefschrift een belangrijke lacune opvullen in het onderzoek naar de culturele productie van de Belgische avant-garde. Het zal daarmee ook een belangrijke bijdrage leveren aan een betere definitie van de collectiecategorie 'moderne werken op papier' of grafische kunst binnen de Europese kunstgeschiedenis tussen de jaren 1918 en 1950, tot het begin van CoBrA en de opkomst van de zogenaamde neo-avant-gardes. Op die manier kunnen we de mogelijk late toe-eigeningstendensen binnen de Belgische avant-gardes en de opkomst van tendensen die reeds wijzen op de neo-avant-gardes voor het voetlicht brengen.

Datum:16 dec 2020 →  Heden
Trefwoorden:avant-garde, cultural production, paper, works on paper, magazines, avant-garde magazines, Belgian art, Belgian avant-garde, drawings, collages
Disciplines:Moderne literatuur, Grafische kunst, Literaire geschiedenis, Geschiedenis van de kunsten, Typografie
Project type:PhD project