< Terug naar vorige pagina

Project

Begon de afkoeling van de ‘Early Palaeozoic Icehouse’ in het Vroeg-Ordovicium en was dit de oorzaak van de belangrijkste stijging in biodiversiteit in de geschiedenis van het leven op Aarde?

Lange tijd werd gedacht dat de Aarde een uitzonderlijk warm klimaat had tijdens het Ordovicium , enkel onderbroken door een paar zeer intense glatiaties op het einde van de periode. Deze Hirnantiaanse glaciaties aan het einde van het Ordovicium zijn beroemd omdat ze één van de drie grootste Fanerozoïsche massa-extincties zouden hebben veroorzaakt. Er zijn echter steeds meer aanwijzingen dat de afkoeling die leidde tot dit glaciale hoogtepunt veel vroeger zou zijn gestart dan totnutoe werd aangenomen en dat de “Early Palaeozoic Ice Age” (EPI) reeds zou gestart zijn tijdens het Vroeg- tot Midden-Ordovicium. Deze herziene timing heeft implicaties voor wat de oorzaken én de gevolgen zouden kunnen geweest zijn van deze ijstijd. Afkoeling tijdens het Vroeg- tot Midden-Ordovicium zou dan gelijktijdig zijn verlopen met de grote veranderingen in globale biodiversiteit van het “Great Ordovician Biodiversification Event” (GOBE). De mariene biodiversiteit bereikte toen voor het eerst in de geschiedenis van de Aarde bijna een ‘modern’ aantal taxa . Het bewijsmateriaal voor een vroege aanvang van de afkoeling is echter niet 100% overtuigend. In dit project willen we beter begrijpen hoe het klimaat veranderde tijdens het Vroeg- tot Midden-Ordovicium en bepalen of er een verband bestaat tussen de afkoeling and de biodiversiteitsexplosie. Hiervoor zullen graptolieten en chitinozoa distributies in kaart worden gebracht en zullen deze data vergeleken worden met de output van klimaatsmodellen.

Datum:1 nov 2020 →  28 feb 2022
Trefwoorden:Zooplankton Paleobiogeography, End-Ordovician Glaciation, Mass extinction
Disciplines:Palaeontologie, Stratigrafie, Paleoklimatologie, Paleo-ecologie