Ondernemende handelaars in de 'global Atlantic': Oostenrijks- Nederlandse handel met West- en Centraal-Afrika, 1776-1786

Door een stijgende vraag naar exotische goederen in West-Europa werd de Atlantische Oceaan tijdens de vroegmoderne tijd een complex systeem van economische en demografische uitwisseling. Historici hebben dit Atlantische systeem traditioneel toegewezen aan grote koloniale rijken en hun handelscompagnieën. Dit heeft echter twee hiaten gecreëerd. Ten eerste heeft dit perspectief het belang van kleine maritieme landen genegeerd, die bouwden op ondernemende, individuele handelaars en hun zelfgeorganiseerde netwerken. Ten tweede werd de handel met Afrika afgeschilderd als een onveranderlijke uitwisseling tussen actieve en passieve spelers. In navolging van trends in ‘Atlantic’ en ‘global history’ hanteert dit project een actor-gecentreerde aanpak van maritieme geschiedenis en belicht het alternatieve handelssysteem dat ontwikkeld werd door kleine zeenaties, met aandacht voor de agency van individuele handelaars en kopers in Afrika. Aan de hand van niet eerder onderzochte bronnen reconstrueert dit project de handelspatronen en strategieën van Oostenrijks-Nederlandse handelaars die tussen 1776 en 1786 bilaterale en driehoekshandel dreven met West- en Centraal-Afrika. Zo test dit project de hypothese of ondernemers erin slaagden te profiteren van een door oorlogstijd ontstane ‘window of opportunity’ en het te gebruiken om een ‘unique selling proposition’ te creëren met goederen die zowel de Oostenrijks-Nederlandse industrie als de Afrikaanse markten ten goede kwamen.