< Terug naar vorige pagina

Project

Wanneer genomen samenwerken: een onderzoek naar de onmiddellijke effecten van alloploidisatie op fitness op genexpressie

Soorten waarvan het genoom is samengesteld uit de volledige genomen van minstens twee oudersoorten worden alloploid genoemd. Allopolyploide planten hebben vaak de capaciteit om nieuwe habitats in te nemen en worden dan ook vaak gekenmerkt door een bredere ecologische niche. De polyploide plasticiteitshypothese stelt dat alloploiden een hogere fitness kunnen bekomen in een brede range van omgevingsomstandigheden door afhankelijk van de omgeving specifiek gebruik te maken van adaptieve genkopieën of expressiepatronen van een van de oudersoorten. Onderzoek naar deze hypothese levert tegenstrijdige resultaten en maakt traditioneel gebruik van natuurlijke allopolyploiden en de diploide nakomelingen van de vermoedelijke oudersoorten. Door gebruik te maken van experimentele evolutie van Chlamydomonas reinardtii waarbij de directe vergelijking van de oudersoorten met de neoalloploid, mede door cryopreservatie, mogelijk wordt, hopen wij dit probleem te omzeilen. Na haploide lijnen honderden generaties op te kweken in verschillende stressvolle omgevingen, zullen we cellen van deze lijnen eens ze goed geadapteerd zijn, doen versmelten tot allodiploiden. De fitness en de genexpressie van de neoalloploiden in de stressvolle ouderomgevingen kan vervolgens vergeleken worden met die van de oudersoorten. We verwachten dat de allodiploden door de aanwezigheid van adaptieve genkopieën en expressiepatronen in beide ouderomgevingen en hoge fitness zullen hebben.

Datum:1 nov 2020 →  Heden
Trefwoorden:alloploïdie
Disciplines:Transcriptomics, Populatie, ecologische en evolutionaire genetica, Plantenecologie, Speciatie, Evolutionaire biologie niet elders geclassificeerd