Psychofysica van perceptuele organisatie en esthetiek van visuele patronen: algemene principes en individuele verschillen

Ondanks een eeuwenlange onderzoekstraditie van onderzoek naar perceptuele organisatie, zijn psychofysische experimenten naar de principes van perceptuele groepering en figuur-achtergrondorganisatie nog relatief schaars. Toch is het van cruciaal belang om kwantitatieve relaties vast te stellen tussen de relevante stimuluseigenschappen en de equivalente kenmerken van hun perceptie. Een soortgelijke kloof is aanwezig in de lange traditie van empirische esthetiek van visuele patronen. Ondanks het centrale belang van perceptuele organisatieprincipes bij het bepalen van de esthetische aantrekkingskracht van visuele patronen, wordt er verrassend weinig onderzoek gedaan om deze relatie kwantitatief te onderzoeken in psychofysische experimenten. Het algemene doel van dit doctoraatsproject is om deze twee hiaten op te vullen. We bestuderen de principes van perceptuele organisatie in psychofysische experimenten en onderzoeken hun rol in de esthetische aantrekkingskracht van visuele patronen. Dit doen we zowel op groepsniveau als op het niveau van (clusters van) individuen. Een van de belangrijkste tools daarbij is OCTA, de Order and Complexity Toolbox for Aesthetics, recent ontwikkeld door een andere doctoraatstudente in het lab (Eline Van Geert). Bovendien zullen psychometrische functies worden vastgesteld door het gebruik van adaptieve procedures in combinatie met de methode van constante stimuli. Voor esthetiek zullen we voornamelijk vertrouwen op 5-punts Likert-schalen voor belangrijke esthetische kwaliteiten zoals aangenaamheid (pleasingness), interessantheid (interestingness), complexiteit (complexity), orde (order), uniformiteit (uniformity) en balans (balance).