< Terug naar vorige pagina

Project

De rol van auditief-motorische spraakverwerking en hogere cognitieve vaardigheden in taalverwerving

Kinderen lijken vlotter taal te leren dan volwassenen. Het blijft echter onduidelijk waarom. Taalverwerving is complex en impliceert onbewust oppikken van statistische regelmatigheden uit continue spraakklanken, zoals bijvoorbeeld woorden of regels over woordvolgorde. Ons voorgaand werk toont aan dat hogere cognitieve vaardigheden interfereren met statistische leerprocessen in jongvolwassenen. Dit biedt een eerste plausibele verklaring voor waarom volwassenen niet zo vlot taal leren als kinderen. Recent onderzoek toont ook dat het vermogen om spraakbewegingen te synchroniseren met auditieve ritmes geassocieerd is met het vermogen om taal te leren. Het is algemeen bekend dat de motorische mechanismen die onze spraakbewegingen regelen betrokken zijn bij spraakbegrip. Hoe deze bijdragen tot taalverwerving is echter ongekend. In het huidige voorstel testen we de hypothese dat auditief-motorische spraakprocessen bijdragen aan impliciete taalverwerving, terwijl ze interferen met hogere cognitive vaardigheden in functie van leeftijd. Dit zal worden onderzocht met behulp van niet-invasieve hersenstimulatie en een cross-sectioneel onderzoeksopzet waarin verschillende leeftijdsgroepen worden vergeleken wat betreft spraaksynchronisatie, cognitieve vaardigheden en taalleren. De bevindingen zullen de oorzaak verduidelijken van waarom kinderen beter taalleren dan volwassenen, en helpen begrijpen hoe cognitive ontwikkeling invloed heeft op (a)typische taalverwerving doorheen de levensjaren.

Datum:1 okt 2020 →  Heden
Trefwoorden:taalonderwijs
Disciplines:Leren en gedrag, Cognitieve processen