< Terug naar vorige pagina

Project

De tweede Parakleetspreuk in de geschriften van de kerkvaders: Een studie in de geschiedenis van de exegese

Op het gebied van Bijbelse studies is er een toenemende belangstelling voor de receptiegeschiedenis van de Bijbel. Wat het Evangelie van Johannes betreft, wordt veel van het huidige onderzoek in de receptiegeschiedenis gedaan met betrekking tot de geschiedenis van de overdracht van de Bijbelse tekst en tot kwesties van canoniek en gezag in het begin van de tweede eeuw. In het onderzoek tot nu toe is echter onvoldoende aandacht besteed aan de betekenis die de Bijbelse tekst in de patristische geschriften krijgt. Daarom zal ik in mijn doctoraatsonderzoek de ontvangst van Jn 14:25–26, de zogenaamde tweede Paracleet-spreuk, in de werken van christelijke schrijvers uit het eerste millennium onderzoeken. Dit project heeft tot doel het patristisch bewijs, dat bestaat uit zowel exegetische als dogmatische werken van Griekse en Latijns-christelijke schrijvers die citeren en/of zinspelen op Jn 14:25–26 en deze becommentariëren, te documenteren en te analyseren vanuit drie invalshoeken: de praktijk van het verwijzen, de methode van de exegese, en de inhoud van de interpretatie.

Datum:1 okt 2020 →  Heden
Trefwoorden:Gospel of John, Paraclete, Patristic writings, History of exegesis
Disciplines:Cultuurgeschiedenis, Ideeëngeschiedenis, Geschiedenis van religies, kerken en theologie, Bijbelstudies
Project type:PhD project