< Terug naar vorige pagina

Project

Introductie van EmissieArme Bussen (EAB) bij private busbedrijven (EAB)

De EAB-informatiecampagne wil de kennis bij alle 260 Vlaamse private busbedrijven opkrikken tot het niveau waarbij eigen verantwoorde bedrijfskeuzes kunnen en zullen gemaakt worden omtrent de inzet van emissiearme bussen en de bijhorende tank-/laadinfrastructuur.

95% van deze bedrijven zijn KMO’s die absoluut niet intensief bezig zijn met Onderzoek & Ontwikkeling (O&O). Bovendien zijn het duidelijk “late adopters” en geen “early adopters”. 

We onderscheiden 3 reële doelgroepen, waarbij rekening gehouden worden met het feit dat de meeste bedrijven in 2 of 3 subsectoren actief zijn:

Geregeld Vervoer

  • 58 private bedrijven voeren in onderaanneming van De Lijn 50% van de lijndiensten uit. Via de aanbesteding van die lijndiensten (eerste aanbesteding wordt verwacht in 2023) kan De Lijn de onmiddellijke inzet van EAB eisen. We verwachten dat 8 bedrijven n.a.v. onderhavig project de implementatie van EAB op het eigen bedrijf verder zullen onderzoeken of tests zullen uitvoeren.

Bijzonder Geregeld Vervoer

  • 151 bedrijven bieden schooldiensten aan. Ook dit gebeurt in opdracht van- en na aanbesteding door De Lijn. Voor schoolvervoer naar scholen gelegen in een lage- of zero emissie zone zal in de komende jaren moeten geëvolueerd worden naar aangepaste voertuigen. We verwachten concrete opvolging of implementatie binnen 5 bedrijven.

Ongeregeld Vervoer

  • Ongeveer 190 bedrijven bieden autocardiensten aan. Zij leggen grotere afstanden af, maar willen hun klanten toch ook in stadscentra met lage emissie zones kunnen afzetten. De druk op deze subsector is kleiner dan bij de lijndiensten of het schoolvervoer. We verwachten opvolging binnen 10 bedrijven.

Concrete doelen

Het project “Introductie van EmissieArme Bussen bij Private Busondernemers” heeft een aantal prioritaire objectieven

  • Een onderzoeksproject te zijn waar kennis vergaard én gedeeld wordt
    • Busworld Foundation en BAAV doen géén vergelijkende testen, we verzamelen zoveel mogelijk informatie voor de toekomst
    • Bij de ondernemers, bij de constructeurs, bij onze kennispartners, bij de overheid, én via “Best Practices” 
  • Een TCO-model te ontwikkelen, te gebruiken én in te vullen door de ondernemer/potentiële koper zelf
    • Dit om de constructeur/leverancier toe te laten een zo optimaal mogelijke offerte over te maken 
    • In een 1-1 overleg tussen ondernemer en constructeur 
  • Een manual/handleiding samen te stellen die de ondernemer/potentiële koper begeleidt 
    • Bij het nemen van strategische beslissingen m.b.t. de conversie van een bestaande vloot voertuigen 
    • Bij het evalueren van de bestaande laadinfrastructuur 
    • Bij de mogelijke subsidiekanalen die op Vlaams en/of Europees niveau bestaan

De bedoeling is de introductie van EAB bij de Vlaamse private busbedrijven te faciliteren door het aanbieden van een draaiboek dat in een aantal stappen het bedrijf begeleidt in de transitie naar EAB en hierdoor de drempel voor concrete innovatie verlaagt.

De kennisverwerving zal o.a. komen uit het opzetten van 2 lerende netwerken van 4 sessies waarin alle betrokken stakeholders vertegenwoordigd zijn, en waaraan minstens 10 bedrijven uit de doelgroep deelnemen.  

Ruime kennisspreiding aan alle busbedrijven gebeurt via publicaties in Car&Bus-Magazine, via de websites van BAAV, Busworld Academy en FBAA, en via de organisatie van verschillende informatievergaderingen, trainingen, masterclasses, bedrijfsbezoeken, etc. In deze worden een zestal acties voorzien, telkens met 15 deelnemers.

We motiveren álle Vlaamse busbedrijven om de resultaten van onderhavig project nog verder te vertalen naar de bedrijfseigen situatie en naar aanleiding hiervan eerste stappen te zetten in de richting van de inzet van EAB.

Datum:1 mei 2020 →  30 jun 2023
Trefwoorden:emissiearme bussen, emissiearme autocars, bus, autocar, zero-emissie, zero-emissie bus, zero-emissie autocar, elektrificering, waterstof, TCO, CNG, LNG, laadinfrastructuur, laadpaal
Disciplines:Andere ingenieurswetenschappen en technologie niet elders geclassificeerd
Project type:Samenwerkingsproject
Resultaten:

Zoals verwacht is de aanbesteding van geregelde diensten door De Lijn in de loop van 2023 de vinger in de rug geweest voor vele bedrijven om te starten met kenniswerving over de inzet van elektrische bussen op stadslijnen. In deze aanbesteding vraagt De Lijn immers de inzet van zero-emissie voertuigen op 45% van de aanbestede ritten.  

Het project had als hoofddoel Vlaamse busbedrijven van voldoende inzicht in de kostenstructuur en ervaring met o.a. energiekost en onderhoudskosten te voorzien om met kennis van zaken op deze aanbesteding te antwoorden.

De vooropgestelde KPI’s (22 bedrijven die bedrijfsspecifieke kenniswervingsacties opzetten en 23 bedrijfseigen projecten) werden dan ook in de loop van de projectuitvoering behaald. Deze bedrijven zijn nu (of in de nabije toekomst) in staat om met een realistische kostenanalyse aan de aanbesteding van De Lijn deel te nemen. Het risico op complete mislukking was hier reëel: wie de kosten te laag inschat zou een te lage offerte indienen, en verlies lijden per gereden km; wie de kost te hoog inschat dreigt het contract te verliezen.

Van de 58 busbedrijven die lijndiensten aanbieden in Vlaanderen, zijn meer dan de helft bij het project betrokken – zij het door aanwezigheid op disseminatieactiviteiten, zij het door opvolging via bedrijfsspecifieke projecten.

Deze projectresultaten leiden tot een betere planning van de transitie naar batterij-elektrische voertuigen in de busdepots, waarbij o.a. de verzwaring van de netaansluiting, de vergunnings- en verzekeringsproblematiek, de problemen in de toeleveringsketen, etc. mee in overweging worden genomen. Door het ter beschikking stellen van het TCO-berekeningsmodel en het draaiboek (de handleiding) voor de elektrificatie van de busdepots kunnen investeringen op maat van het bedrijf inzichtelijker worden overwogen – wat ontegensprekelijk leidt tot minder verloren kosten, omwille van kennisgebrek. 

Mede hierdoor heeft het project bijgedragen tot een gunstiger concurrentiepositie van de Vlaamse busbedrijven op de geliberaliseerde Vlaamse markt voor het openbaar vervoer. Voor de overgrote meerderheid zullen Vlaamse busbedijven het geregeld busvervoer in Vlaanderen -ook na de energietransitie- kunnen blijven uitvoeren. Het betreft 58 bedrijven en een tewerkstelling van 3.200 chauffeurs op een vloot van 2.400 voertuigen.

Het project heeft uitgewezen dat enkel batterij-elektrische bussen (BEV) een economisch en operationeel haalbare optie bieden op dit moment. Hiermee is niet gezegd dat de TCO van die BEV lager ligt dan van dieselbussen, wat al te vaak voor waar wordt aangenomen. Het project en de bevindingen op de meer dan 20 bedrijven die BEV hebben aangekocht en hiermee aan het testen zijn geslagen wijst eerder het omgekeerde. Dit heeft te maken met 1. de verdubbeling van de investeringskost voor de voertuigen, 2. de hiermee gepaard gaande hoge initiële investeringskosten voor de aanleg van de hoogspanningscabine, laadinfrastructuur en andere aanpassingen aan de stelplaats, 3. de gestegen elektriciteitsprijzen, 4. de onderhoudskosten die momenteel niet lager zijn dan bij dieselvoertuigen en 5. het gebrek aan ervaring m.b.t. de installatie van de laadinfrastructuur. Het bedrijfseconomisch argument om de vloot te elektrificeren is hiermee voorlopig nog niet aanwezig.

Er mag verwacht worden dat tegen eind 2023 er ongeveer 100 elektrische bussen bij Vlaamse private busbedrijven in dienst zullen zijn. Wat betreft de laadinfrastructuur zijn de voorbereidende werken voor de elektrificatie van het volledige depot (kabelgoten, elektriciteitscabine, ..) in vele gevallen afgewerkt, maar zijn enkel de laadpalen voor de “test-bussen” geplaatst. Het project heeft bijgedragen om het nodige vermogen hiervoor in te schatten, en een gefaseerde installatie te plannen. De uitbreiding van de vloot aan elektrische lijnbussen zal nu snel gaan. De Lijn wenst tegen 2035 alle openbaar vervoer in Vlaanderen (6.000 voertuigen) emissievrij te laten verlopen. De helft van deze vloot zit bij private bedrijven, de andere helft wordt uitgebaat in regie door De Lijn.

Daarenboven moet de energietransitie in het schoolvervoer nog gestart worden. Het marktaanbod aan elektrische schoolbussen is echter nog zeer klein, terwijl andere operationele aspecten de transitie bemoeilijken. Een vinger in de rug -zoals de eis van De Lijn om ook deze diensten zero-emissie uit te voeren- is hier niet aanwezig. Desalniettemin zijn er bedrijven die zowel lijndiensten als schoolbusdiensten uitvoeren, hun kennis uit het project aanwenden om ook elektrische schoolbussen te overwegen.

Het ongeregeld vervoer (autocardiensten, lange afstand) staat voor heel andere problemen: het bereik van batterij-elektrische voertuigen blijkt onvoldoende op vandaag en in de nabije toekomst om deze diensten te kunnen aanbieden, zolang de uitrol van een uitgebreid netwerk aan laadinfrastructuur langs de Europese wegen niet aanwezig is. Andere technologieën, zoals waterstof-brandstofcellen of waterstof-verbrandingsmotoren moeten hier overwogen worden.

Besluit: het project heeft de elektrificatie van de Vlaamse lijnbussen op gang gebracht en mogelijk gemaakt voor private bedrijven. De eerste implementaties -nodig voor de noodzakelijke kenniswerving- zijn gerealiseerd, de uitbreiding van de elektrische vloot en een beter beheer van het energieverbruik (lees: het onder controle houden van de elektriciteitsfactuur) zijn de volgende uitdagingen.