< Terug naar vorige pagina

Project

De alomtegenwoordigheid van meertalige interactie: Categorisering van zichzelf en anderen in de openingen van dienstverlenende gesprekken zoals getoond via taal en belichaamd gedrag

Deze thesis, begeleid door Elwys De Stefani (KU Leuven) en Lorenza Mondada (U. Bazel), maakt deel uit van het onderzoeksproject The first five words: Multilingual cities in Switzerland and Belgium and the grammar of language choice in public space, gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO) en de Swiss National Science Foundation (SNSF).

Op basis van een audio- en videocorpus van 16 uur, bestaande uit natuurlijke ontmoetingen opgenomen in verschillende dienstverlenende instellingen in België (bv. toerismebureaus) waar onbekenden met elkaar in interactie treden, bestudeert mijn thesis hoe taalkeuze zich verhoudt tot kwesties zoals categorisering van zichzelf en anderen. Deze interacties komen voor in verschillende talen en taalvariëteiten (bv. Nederlands, Engels, Frans) en worden getranscribeerd volgens de conventies Jefferson (2004) en Mondada (2018a) voor respectievelijk verbaal en belichaamd gedrag. De onderzoeksmethode is die van de Conversatieanalyse (Sacks, 1992).

Deze dissertatie onderzoekt hoe categorisering van zichzelf en anderen tot stand komt in de openingen van (mogelijk meertalige) ontmoetingen door middel van verbale en belichaamde acties. Gespreksopeningen zijn een klassiek onderwerp binnen de conversatieanalyse (Schegloff, 1967, 1968, 1986). Openingen tussen vreemden zijn echter zelden bestudeerd (De Stefani & Mondada 2010, 2018), en zeker in contexten waarin de interactanten elkaars taalcompetenties niet als vanzelfsprekend kunnen beschouwen (Heller, 1982). Begroetingen zijn in dit opzicht een krachtig aangrenzend paar (adjacency pair) (Schegloff & Sacks, 1973) via welke co-presentende individuen deelnemers worden aan een interactie. Ze laten deelnemers aan een interactie ook toe om een eerste voorsmaak van een taal te geven, waardoor een taal wordt voorgesteld voor het daaropvolgende gesprek (Mondada, 2018b), waarop gesprekspartners zich wel of niet kunnen aansluiten. Omdat deelnemers via begroetingssequenties kunnen (her)onderhandelen over de taal of talen van de interactie, vormen zij een van de aandachtspunten van deze scriptie. Hoewel verschillende studies begroetingen hebben behandeld, zowel in de openingen van telefoongesprekken (Schegloff, 1967) als in die van persoonlijke face-to-face interacties (Kendon & Ferber, 1973; Duranti, 1997; Pillet-Shore, 2008), zijn ze slechts zelden onderzocht in meertalige settings (Mondada, 2018b). Door middel van multimodale analyses van interactionele openingen in dienstverleningssettings onderzoek ik de reflexieve relatie tussen de verschillende verbale en belichaamde praktijken die door de deelnemers aan deze openingen worden gebruikt (bijvoorbeeld enkelvoudige versus meervoudige begroetingsscènes; Licoppe, 2017), alsook hoe zij zichzelf en anderen categoriseren.

Lidmaatschapscategorisering (membership categorisation) is een ander belangrijk onderwerp van mijn thesis, zowel categorisering van zichzelf als die van anderen. Sinds het werk van Sacks (1992) over het membership categorisation device (MCD), hebben tal van conversatieanalisten een grote belangstelling voor de verschillende categoriseringspraktijken van deelnemers aan interacties. Van groot belang hierbij is of de categorie die aan een individu wordt toegekend (bijv. geslacht, nationaliteit, taalgroep) daadwerkelijk van belang is voor de deelnemer zelf en zijn of haar gesprekspartners (Sacks, 1992).

Bij het beantwoorden van deze vragen onderzoekt mijn thesis niet alleen na hoe onbekenden onderhandelen over de taal of -talen die ze hanteren voor het gesprek, maar ook over de manier waarop interactanten (en dus onderzoekers) omgaan met taalvariëteiten (bijv. van hetVlaams of Nederlands). Categoriseren sprekers personen die met een specifiek accent spreken anders, en hoe is dat zichtbaar in hun eigen taalhandelingen? In hoeverre moeten onderzoekers verschillen in uitspraak (bijv. in transcripties) die wijzen op regionale variëteiten weergeven? Door deze vragen te behandelen, reflecteert mijn scriptie ook op het epistemologische dilemma van een 'emische' (taal)beschrijving te moeten bieden (zoals die relevant gemaakt wordt door de deelnemers), terwijl men zich moet baseren op 'etische' beschrijvingen van talen en hun variëteiten.

Datum:1 sep 2019 →  1 sep 2023
Trefwoorden:Linguistics, Interaction, Interactional linguistics
Disciplines:Linguïstiek niet elders geclassificeerd
Project type:PhD project