< Terug naar vorige pagina

Project

Bewakingsrisico's in het internet van de dingen toegepast op Smart Cities

Steden hebben steeds meer te maken met ongekende niveaus van vervuiling en overbevolking. Het zogenaamde Internet of Things (IoT) en de bijbehorende technologieën ondersteunen deze steden om deze problemen op een slimmere manier aan te pakken. IoT-sensoren in de openbare infrastructuur kunnen gedetailleerde gegevens over de stedelijke omgeving opleveren en overheidsinstanties helpen hun steden duurzamer en efficiënter te maken. Deze alomtegenwoordige gegevensverzameling brengt echter ook grote surveillancerisico's met zich mee, waardoor de privacy en het recht op gegevensbescherming in gevaar komen. Om deze redenen wordt in dit proefschrift onderzocht hoe IoT-surveillancetechnologieën op een wettelijk conforme en ethisch aanvaardbare manier kunnen worden toegepast in slimme steden. Om deze vraag te onderzoeken wordt een interdisciplinaire aanpak omarmd, waarbij doctrinair juridisch onderzoek (over privacy, gegevensbescherming, strafrechtelijke procedure) wordt gecombineerd met inzichten uit de filosofie, governance en stedelijke studies. Het fundamentele normatieve argument van dit werk is dat surveillance een noodzakelijk kenmerk is van moderne informatiemaatschappijen. Naarmate de complexiteit van bewakingsfenomenen echter toeneemt, ontstaat de behoefte aan meer verfijnde proportionaliteitsbeoordelingen om een legitieme toepassing van bewakingstechnologieën te waarborgen. Dit onderzoek pakt deze leemte aan vanuit verschillende invalshoeken, waarbij de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming wordt geanalyseerd, evenals de Amerikaanse en Europese jurisprudentie over privacyverwachtingen en surveillance. Met name worden een coherente multifactorentest ter beoordeling van de privacyverwachtingen in openbare IoT-omgevingen en een toezichttaxonomie voorgesteld ter onderbouwing van evenredigheidsbeoordelingen van toezichtinitiatieven in slimme steden. Deze inzichten worden ook toegepast op vier use cases: gezichtsherkenningstechnologieën, drones, milieupolitie en smart nudging. Ten slotte worden concurrerende modellen voor gegevensbeheer in het digitale domein en de slimme stad onderzocht, waarbij het komende EU-kader voor gegevensbeheer onder de loep wordt genomen. Er wordt betoogd dat, ondanks de verklaarde beleidsdoelstellingen, de belangenafweging bij het delen van gegevens vaak in het voordeel van bedrijfsstrategieën uitvalt, ten koste van het gebruik van gegevens voor algemeen belang in de stedelijke context.

Datum:7 nov 2019 →  28 mrt 2023
Trefwoorden:Surveillance, Internet of Things, Smart Cities, Privacy, Data protection, Ethics
Disciplines:Rechtsfilosofie, Juridische ethiek, Mensenrechten en justitie, Andere rechten en juridische studies niet elders geclassificeerd
Project type:PhD project