Het effect van het microbioom op de functie van het neusepitheel in chronische rhinosinusitis

Chronische rhinosinusitis (CRS) wordt gekenmerkt door inflammatie in neusholte alsook de paranasale sinussen. Ongeveer 11% van de Europese bevolking lijdt onder deze ziekte. CRS wordt standaard onderverdeeld in twee phenotypes, afhankelijk van er neuspoliepen aanwezig zijn. Alsdusdanig is er CRS met poliepen (CRSwNP) en CRS zonder poliepen (CRSsNP). Ondanks de huidige behandelingen, zijn 40% van de patienten met CRS niet behandelbaar, zelfs na het ondergaan van een sinus operatie. Alsdusdanig is er nood aan het ontwikkelen van nieuwe behandelingen die gebasseerd zijn op de onderliggende pathologie, met name de endotypes van CRS.

Recent is aangetoond dat patienten met CRS een defecte epitheliale barrière functie hebben, ten gevolge van een vermidderde expressie van interepitheliale juncties, zoals de 'tight junctions'. Deze juncties spelen een belangrijke rol in het verankeren van epitheliale cellen met elkaar en dus in het vormen van een fysieke barrière die het lichaam beschremt tegen de penetratie van pathogenen en allergenen. Bijgevolg, het herstellen of voorkomen van barrière disfunctie kan een belangrijke rol spelen in het behandelen van deze patienten.

Recente studies hebben ook aangetoond dat de microbioom samenstelling in deze patienten verstoord is. Onderzoek heeft immers een associatie aangetoond tussen verschillende pathogene bacterieen en de pathologie van CRS, deze pathogenen kunnen zelfs de barrière verstoren in CRS. Niettegenstaande zijn er ook goede bacterieen, probiotica genoemd, die een gunstig effect kunnen induceren wanneer ze toegediend worden in de juiste hoeveelheid. De gunstige effecten zijn reeds aangetoond voor lactobacillen in verschillende experimentele modellen van het gastrointestinaal stelsel. Bijkomend is er aangetoond dat lactobacillen aanwezig zijn in het microbioom van gezonde individuen. Desondanks, is de kennis over de positieve effect van deze lactobacillen op de epitheel barrière in de bovenste luchtwegen beperkt. Lactobacillen kunnen interageren met de epitheel cellen via specifieke receptoren, genaamd 'pattern recognition receptors', zoals de 'Toll-like receptors'.

In dit doctaraat wordt het microbioom in de bovenste luchtwegen van patienten met CRS bestudeerd en mogelijke associaties met het fenotype en endotype van de patienten onderzocht. Bijkomend worden de effecte van Lactobacillus casei AMB-R2, geisoleerd uit de nasofarynx van een gezond individu, op de nasale epitheel barriere bestudeerd in gezonde individuen en in patienten met CRSwNP. Tenslotte, wordt de betrokkenheid van TLR2 in het effect van L. casei AMB-R2 op de barrière bestudeerd.