< Terug naar vorige pagina

Project

Onzichtbare Aanwezigheid: De Arme Klaren van Centraal Italië; Familie, Sluier en Beschermheerschap, c. 1350-1550

Mijn proefschrift heeft tot doel de visuele kunst en cultuur van religieuze kloostergemeenschappen, alsmede de Franciscaanse Arme Klaren in 15e en 16e eeuws Italie, te bestuderen, voornamelijk in de regio Umbria.

Mijn interesse in dit onderwerp is breed maar centraliseert zich rond de beneden beschreven situaties/ onderzoeksvragen;

- Het goed functioneren van een Italiaanse kloostergemeenschap gedurende de Late Middeleeuwen en de Vroege Moderne Periode was gebaseerd op een rigoureus programma van regels, bepaald vanuit gesloten sites, specifiek ontworpen voor vrouwen met een religieuze roeping, al dan niet een vrijwillige. Deze sacrale woonsten bevatten een groot aantal ‘hulpmiddelen’ die de initiele roeping van deze vrouwen moest perfectioneren; na een periode van bezinning, tijdens haar werelds bestaan, transformeerde ‘de non’ zich in een bruid van Christus in het hiernamaals, daarbij geholpen door de visuele omgeving van het klooster tijdens haar leven.

Tekstuele verhalen zoals de Passie van Christus of Meditaties op het leven van Christus werden dikwijls voorgesteld in fresco’s, sculptuur en andere media. Het eerste doel van deze studie, bouwend op een rijk gevulde bibliografie, is het bestuderen van een aantal to hierto minder gekende kloosters in Umbria, met een rijke cultuur aan nog bestaande kunst, om te kunnen concluderen in welke mate deze visuele hulpmiddelen distincte stimuli waren voor de Arme Klaren en in welke mate deze visuele verhalen gebaseerd zijn op actuele teksten gelezen door de kloostergemeenschap.

- Het klooster nam een belangrijke plaats in gedurende de periode ter discussie. Het ‘teveel’ aan dochters werd dikwijls opgelost binnen de muren van het klooster, zeker tijdens de 16e eeuw waar in sommige steden tot 13% van de vrouwelijke populatie gekloosterd was. Het spreekt voor zich dat de rijkere kloostergemeenschappen objecten zoals houten Christus beelden, manuscripten, bijbels en fresco’s verkregen via een netwerk, opgemaakt uit de verschillende families die familieleden binnen het klooster kenden. Deze situatie leidde ertoe dat de financiele status van stedelijke families ook de rijkdom bepaalde van het familielid binnen de muren van het klooster. Rijkere nonnen konden deel uitmaken van een kloosterlijke hierarchie en daarmede een beslissende hand behouden in het economische, sociale, politieke en culturele landschap van hun klooster. Het tweede doel van deze studie is vragen te beantwoorden over het praktische karakter van deze hierarchieen; konden rijkere families via verwanten binnen de muren de materiele cultuur van een klooster bepalen? In hoeverre werden sociale, politieke en financiele kaarten uitgespeeld in de materiele cultuur van het klooster?

- De methode aangewend in dit proefschrift bouwt op het vruchtbaar oeuvre gewijd aan de feministische ‘zaak’. Feminisme heeft de belangrijke functie van vrouwen, beide als ‘publiek’ en ‘clienteel’ van materiele cultuur, erkend. Maar meer nog, feminisme heeft de complexe functie van ‘ de non’ in een door mannen gedomineerde religieuze wereld een plaats gegeven. Het wordt duidelijk dat de relatie tussen religieuze vrouwen en broeders, de groep die uiteindelijk verantwoordelijk is voor de cura monialium, de pastorale begeleiding van vrouwen, een leidraad moet zijn doorheen mijn studie. Men kan stellen dat de economische, politieke en culturele situaties waar een kloostergemeenschap zich in bevond in grote mate afhankelijk was van het succes van de relatie ‘broeder –non’.

Sinds het starten van mijn onderzoek in september 2010 heb ik de contouren van mijn studie verder verfijnd en de onderzoeksvragen gespecificeerd. Na consultatie met mijn mentor en verscheidene onderzoekers in mijn vakgebied heb ik één van minstens twee ‘case studies’ geidentificeerd in de vorm van het ex-klooster van Santa Maria di Monteluce in Perugia, waar een varieteit van fresco’s nog bestaande is en een kroniek geschreven door de nonnen vanaf de 15e eeuw tot de 19e eeuw, die belangrijke inzichten geeft in de gemeenschap. Mijn interesse in de studie van Franciscaanse cultuur in kloostergemeenschappen en haar tekstuele bronnen, de studie van primaire bronnen in een regio zwaar verwaarloosd in de actuele literatuur en een onderzoek naar de invloed van het Franciscaanse bestuur onder leiding van de broeders van de orde, zal mijn studie een vernieuwend karakter geven, noodzakelijk voor de studie van de religieuze belevenis van de Middeleeuwse vrouw en de cultuur die haar beinvloedde. 

Datum:1 okt 2012 →  24 apr 2017
Trefwoorden:Italy, Poor Clares, Culture, Art, Architecture, Religion
Disciplines:Geschiedenis, Kunststudies en -wetenschappen
Project type:PhD project