< Terug naar vorige pagina

Project

De rol van (constitutionele) rechters in budgettaire zaken: de vereiste van begrotingsevenwicht.

De hervormingen inzake monetair en budgettair beleid die werden uitgelokt door de financiële crisis in 2008 bracht een grote verschuiving mee in de architectuur en de instrumenten van het beleid. An prominent onderdeel is de verplichting van lidstaten om hun begrotingen in evenwicht te houden. Dat creëert een spanning tussen het principe van parlementaire democratie, fundamentele rechten en een gezonde financiële status. Inplaats van een top-down benadering werd een coördinatiesysteem opgezet dat aanzet tot budgettaire verantwoordelijkheid op nationaal niveau, maar leidt tot paradoxale resultaten. De begroting werd in zekere mate gedepolitiseerd, maar een conflict verschijnt tussen constitutionele principes en waarden. In sommige gevallen wordt de rechter het forum voor deze evenwichtsoefening - een verre kreet verwijderd van zijn rol als loutere 'bouche de la loi'. Maar het verplicht begrotingsevenwicht zou belangrijke gevolgen kunnen hebben op het Europese niveau - denk aan de hypothese waarin een beroep op fundamentele rechten als rechtvaardiging wordt ingeroepen voor een budgettair tekort. In het nieuwe regelgevend kader is een conflict tussen de nationale autoriteiten en de Europese Commissie of het Hof van Justitie over budgettaire materies zeer denkbaar. De focus van dit project ligt op twee onderzoeksvragen. Ten eerste: welke normatieve argumenten ondersteunen de inbreng van de rechter? Juridische toetsing doet diverse problemen rijzen in het licht van de scheiding der machten en roept legitimiteitsvragen op. Ten tweede: hoe dienen rechters om te gaan met vragen die gerelateerd zijn aan publieke financiën? Hoe bijvoorbeeld het onderscheid te maken tussen structurele en cyclische afwijkingen?
Datum:1 okt 2015 →  30 sep 2018
Trefwoorden:GRONDWETTELIJK HOF
Disciplines:Rechten