< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Het wetgevend voorbehoud uit artikel 23 van de Grondwet: de afdeling Wetgeving van de Raad van State zet de puntjes op de i

Tijdschriftbijdrage - Tijdschriftartikel

De afdeling Wetgeving van de Raad van State diende zich recentelijk te buigen over een voorontwerp van ordonnantie betreffende het roerend en immaterieel cultureel erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De afdeling Wetgeving maakte van die gelegenheid gebruik om de puntjes op de i te zetten over de precieze strekking van het wettigheidsbeginsel in sociaal-economische aangelegenheden, dat is neergelegd in artikel 23 van de Grondwet.1 Deze grondwetsbepaling stelt dat ieder het recht heeft een menswaardig leven te leiden. De wet, het decreet of de ordonnantie, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, waarborgen daartoe de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.2 De afdeling Wetgeving van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof zijn het erover eens dat het waarborgen van de economische, sociale en culturele rechten en het vaststellen van de voorwaarden voor de uitoefening ervan, een materie uitmaakt die door de Grondwet aan de bevoegde wetgever3 is voorbehouden.4 Vandaar dat in beginsel een wetskrachtige norm de in deze grondwetsbepaling toegekende rechten moet waarborgen.
Tijdschrift: Tijdschrift voor wetgeving
ISSN: 1373-9743
Issue: 3
Volume: 2019
Pagina's: 138 - 144
Jaar van publicatie:2019
BOF-keylabel:ja
Toegankelijkheid:Closed