< Terug naar vorige pagina

Project

PRECISIEMEST:precisiebemesting met dierlijke mest (PRECISIEMEST)

Probleemstelling 

Ondanks meerdere mest-actieplannen blijft de Vlaamse mestproblematiek actueel. In het oppervlaktewater stagneerde het percentage rode MAP-meetpunten met een overschrijding van de drempelwaarde van 50 mg nitraat per liter op 20% in het winterjaar 2015-2016. Voor orthofosfaat werd in 77% van de MAPmeetpunten de norm overschreden. In het freatisch grondwatermeetnet vertoonden ook 33% van de meetpunten in 2015 een overschrijding van de nitraatdrempelwaarde1. Er is dan ook bijkomende inspanning nodig om de nitraatgehaltes en fosfaatgehaltes in het grond- en oppervlaktewater en de nitraatresidu’s in de bodem onder controle te krijgen. Om hun milieu-impact te minimaliseren en hun rendabiliteit te maximaliseren zullen de Vlaamse landbouwers de nutriënten precies daar moeten inzetten waar ze het best benut zullen worden. 

Howel er al heel wat onderzoek gebeurd was naar technologie voor plaatsspecifieke bemesting, passen de meeste Vlaamse landbouwers nog steeds een uniforme dosis toe per veld. Door het samenvoegen van historisch gescheiden percelen en lokale variatie in de bodemtextuur wordt echter aanzienlijke variatie waargenomen in de opbrengst binnen een zelfde veld. In de teelten waar een deel van de nutriënten toegediend wordt via dierlijke mest is deze variatie nog meer uitgesproken waarneembaar, omdat de dosering op volumebasis gebeurt op basis van een forfaitaire of gemiddelde samenstelling terwijl de samenstelling aanzienlijk kan variëren van lading tot lading. Aangezien deze verschillen tijdens het groeiseizoen en de oogst vaak duidelijk zichtbaar zijn, proberen sommige landbouwers hiervoor te corrigeren door het variabel doseren van de tweede fractie op basis van gewasmetingen. De vertaling van deze gewasmetingen in een aangepaste dosis is echter niet triviaal, omdat zonder bijkomende informatie over de bodemgesteldheid een lagere opkomst van het gewas zowel kan geïnterpreteerd worden als een argument voor een hogere als voor een lagere dosis.  

Opportuniteiten en doelstellingen 

Na jaren van wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen en de buurlanden is de technologie voor het in kaart brengen van de variatie in bodemvruchtbaarheid binnen een veld en doseren van de mest op basis van een online samenstellingsmeting eindelijk rijp voor toepassing in de praktijk. Het was echter nog onvoldoende duidelijk hoe groot de meerwaarde is die een landbouwer hiermee kan realiseren in termen van opbrengst en milieu-impact (vb. nitraatresidu) en in welke mate dit opweegt tegen de meerkost. Het doel van dit LA-traject was dan ook om verschillende praktijkrelevante scenario’s te onderzoeken en de Vlaamse landbouwers op basis van wetenschappelijke argumenten te overtuigen om in een veranderingstraject naar precisiebemesting te stappen.  

Aanpak 

In dit LA-traject werden verschillende scenario’s voor precisiebemesting met dierlijke mest onderzocht en vergeleken met de gangbare praktijk in termen van rendabiliteit (opbrengst vs. Kost) en milieu-impact. Bij het definiëren van de scenario’s werden twee factoren in rekening gebracht waarbinnen de graad van precisie gevarieerd wordt: bodemvruchtbaarheid en mestsamenstelling. Voor bodemvruchtbaarheid werden twee niveaus vergeleken: advies op perceelsniveau, advies per managementzone gedefinieerd op basis on-line meting van belangrijke bodemparameters in combinatie met gerichte staalnames. Voor mestsamenstelling werd de mest gedoseerd worden op basis van een gemiddelde samenstelling (forfait of opslaganalyse) of op basis van on-line meting van de samenstelling. Om de meerwaarde van deze scenario’s zo breed mogelijk te kunnen inschatten, werden deze getest worden in verschillende bodems (leem en zand) en teelten (maïs, gras en aardappelen). In eerste instantie gebeurde dit door de proefbedrijven (HBH, BDB), maar in een tweede fase werden deze scenario’s ook op praktijkbedrijven vergeleken met de gangbare praktijk. 

Om de Vlaamse landbouwers mee te krijgen op het pad naar precisielandbouw werd een kenniscentrum uitgebouwd worden dat landbouwers ondersteunt bij de keuze, implementatie en inzet van technologie voor precisielandbouw op hun bedrijf. Door samenwerking met bestaande initiatieven zoals het IBN Smart Digital Farming en de operationele groep SOCROSens bracht dit kenniscentrum de technologieleveranciers dichter bij de landbouwers en omgekeerd. Naast de evaluatie van de technologieën en scenario’s ontwikkeld in dit project biedt het platform ook ondersteuning bij de selectie en implementatie van andere sensoren die gebruikt kunnen worden in de akkerbouw en teelt van groenvoedergewassen. Op deze manier maakt het de precisietechnologie toegankelijker voor de Vlaamse landbouwer en stimuleert het innovatie om zo de concurrentiekracht van de Vlaamse landbouw te vergroten. De gelaagdheid van de projectaanvragers, van basisonderzoek (KU Leuven) naar praktijkonderzoek (Bodemkundige Dienst van België en Hooibeekhoeve) wordt hierbij als een troef om dit te verwezenlijken. 

Datum:1 okt 2019 →  30 sep 2023
Trefwoorden:precisiebemesting, dierlijke mest, plaatsspecifieke bemesting
Disciplines:Biotechnologie voor landbouw, bosbouw, visserij en aanverwante wetenschappen niet elders geclassificeerd, Duurzame landbouw