< Terug naar vorige pagina

Project

Wat doet stijl? Neoclassicisme en de performativiteit van stijl.

Alles wat mensen doen of maken heeft stijl. Met stijl bedoelen we de visuele en formele aspecten van een actie of een artefact. De stijl van een actie of een artefact is het meest zichtbare en basale instrument waarmee we onszelf en onze omgeving vormgeven en opvoeren. Het verschijnt aan de oppervlakte van acties en artefacten, maar is verre van oppervlakkig. Stijl faciliteert sociale relaties terwijl het ook een instrument is om ideologieën te visualiseren, te ondersteunen of zelfs te creëren. Stijl is vaak een toegangspoort tot verleden: formele en visuele kenmerken uit vroegere periodes worden overgenomen en toegeëigend of verworpen om artistieke, morele, religieuze en politieke waarden uit te drukken. Stijl, (bvb. De gotische stijl, de barokke stijl, etc.) is ook van belang in de ‘invention of tradition’ en in de constructie van het verleden, terwijl stilistische toeëigening en tussenvormen duidelijke tekens van en actoren zijn binnen culturele uitwisselingen. Op een meer persoonlijk vlak kan stijl gevoelens oproepen, gaande van bewondering en ontroering tot afkeer. De arabesken op rococo behangpapier kan ons doen weg mijmeren naar de elegantie van een voorbij verleden; een Expo ’58 bijzettafeltje met schuine pootjes kan ons doen verlangen naar de ‘onschuld’ van de jaren ’50; van meubels in Second Empire-stijl kun je hoofdpijn krijgen, terwijl het strenge classicisme van Albert Speer bij velen gevoelens van ongemak veroorzaken. Kortom, stijl doet iets, maar de vraag is wat en hoe. In recent onderzoek binnen de archeologie, de antropologie en de sociologie staat stijl als een fenomeen dat essentieel is om culturen te begrijpen weer hoog op de onderzoeksagenda. Vreemd genoeg is binnen de kunstgeschiedenis die hernieuwde interesse in stijl nagenoeg afwezig. Hoewel stijl een van de basisprincipes is van de discipline hebben kunsthistorici in de laatste honderd jaar het fenomeen stijl weggezet als slechts een systeem van classificatie zonder dat het de werking en betekenis van kunstwerken kan verklaren. Dit onderzoeksproject brengt stijl terug op de kunsthistorische agenda door na te gaan hoe stijl performatief werkt en agency uitoefent. De kunsten uit de Neoklassieke periode (1750-1820) zijn hier cruciaal om de complexiteit van stijl te begrijpen. Stijl in de visuele en decoratieve kunsten, in de podiumkunsten en in de architectuur uit die periode was meer dan slechts de toeëigening, imitatie en transformatie van stilistische modellen uit de Oudheid. De Neoklassieke stijl voerde de Oudheid opnieuw op, in een ambigüe poging om dit verleden opnieuw present te maken, het te voelen en het te beleven. Om te begrijpen hoe stijl werkt focust dit project zich op hoe artistieke en intellectuele kringen in Rome, Parijs, Londen en Berlijn omgingen met de complexiteit van het fenomeen stijl.

 

Datum:8 nov 2019 →  Heden
Trefwoorden:Stijl - Performaitiviteit - Architectuur - Visuele en Podiumkunsten
Disciplines:Geschiedenis van de voorstellingskunsten