< Terug naar vorige pagina

Project

Porn Hub: Brussel en de internationale angst voor pornografie (1890-1910)

Regelmatig krijgen we te horen dat gewelddadige pornografie via onze computers onze huizen binnendringt. Het idee dat pornografie een geavanceerd en groeiend netwerk is, is essentieel om te begrijpen waarom en hoe pornografie een maatschappelijk probleem werd op het einde van de negentiende eeuw. Uiteraard werden obscene publicaties reeds vóór 1880 als “immoreel” beschouwd, maar vanaf 1880 veranderde pornografie van een moreel probleem van enkele verdorven individuen naar een product dat via het netwerk in Brussel de gehele samenleving kon bereiken en zo een nationaal en zelfs internationaal gevaar vormde. Dat idee creëerde een opstoot van angst die pornografie herdefinieerde en het als een groot sociaal probleem op de kaart zette in België en in het buitenland. Deze verandering kan met andere woorden alleen worden begrepen wanneer de angst errond ernstig genomen wordt. Daarom leg ik de focus op de concrete emoties en uitingen van angst die maakten dat politici, rechters en de politie moesten reageren met wetten, rechtszaken en onderzoeken om het fenomeen te reguleren. 

Het project heeft drie hoofddoelstellingen: (1) tonen hoe pornografie werd voorgesteld als onderdeel van een internationaal netwerk, met aandacht voor de rol van Brussel in dit proces; (2) analyseren hoe deze verbeelding als een netwerk pornografie herdefinieerde als een groot maatschappelijk probleem; (3) onderzoeken hoe deze herdefiniëring zorgde voor een toename in de angst voor pornografie en hoe mensen hun emoties met betrekking tot deze angst tot uitdrukking brachten en beoefenden.

Ik zal deze angst onderzoeken door te kijken naar hoe deze emoties werden ervaren en beoefend. Voor dit onderzoek zal ik gebruik maken van 1) juridische documenten, 2) parlementaire debatten, 3) krantenartikelen, 4) internationale conferenties en 5) de brieven van Félicien Rops. Om deze bronnen te interpreteren zal ik gebruikmaken van een kritische discoursanalyse. 

De discoursanalyse zal zich richten op drie elementen: emotionele praktijken; argumenten en rechtvaardigingen, en  narratief. Het eerste element analyseert hoe mensen deze emoties uitdrukten en beoefenden: wat deden ze als ze geconfronteerd werden met pornografie in de Brusselse straten? Hoe benoemden ze hun emoties? Welke vormen van emotionele communicatie gebruikten ze, begonnen ze bijvoorbeeld te blozen of te schreeuwen? Het tweede element bekijkt hoe mensen deze emoties rationaliseerden en rechtvaardigden. Hoe gebruikten ze klasse, geslacht en politieke ideologie om bepaalde argumenten, praktijken en reacties te rationaliseren? Het derde element legt de algemene verhaallijn van het discours bloot: hoe presenteerden mensen de verhalen waarin ze pornografie in Brussel tegenkwamen? In elk van die elementen analyseer ik verschillende variabelen zoals geslacht, sociale klasse, geografische herkomst en politieke achtergrond.

Datum:1 nov 2019 →  18 dec 2023
Trefwoorden:Brussels, pornography, history of sexuality, emotional history
Disciplines:Moderne en hedendaagse geschiedenis
Project type:PhD project