< Terug naar vorige pagina

Project

De toekomst besturen : De relatie tussen rijden en prospectief geheugen bij volwassenen met een autisme spectrum stoornis. (R-5900)

Moeilijkheden met autonomie beïnvloeden verschillende kwaliteit-van-leven gevolgen bij mensen met een autisme spectrum stoornis (ASD). Het autorijden is een belangrijke stap tot het verkrijgen van autonomie doordat het de ontwikkeling en het onderhouden van werkrelaties en sociale relaties mogelijk maakt. Niettemin zijn mensen met ASD sterk afhankelijk van vrienden en familie voor hun verplaatsingsbehoeften. De relatie tussen ASD en autorijden heeft nog maar weinig aandacht gekregen in huidig onderzoek. Maar gegeven de complexiteit van rijtaken kunnen specifieke ASD karakteristieken op negatieve wijze interfereren met autorijden. Vanwege de aard van de rijtaak, wordt vooral van het prospectief geheugen (PM) gedacht dat het op negatieve wijze interfereert met het rijden. PM heeft betrekking op de mogelijkheid om te onthouden, om intentionele acties uit te voeren in de toekomst terwijl je tegelijkertijd met andere activiteiten bezig bent. Twee types van PM zijn: event-gebaseerd PM (EBPM) en tijdsgebaseerd PM (TBPM). De eerste verwijst naar het uitvoeren van intenties op specifieke events (bv. prospectieve signalen), de laatste verwijst verwijst naar de uitvoering van intenties op specifieke tijdstippen. Dit project heeft als doel PM te onderzoeken (EBPM en TBPM) als onderliggend mechanisme van het rijden bij volwassenen met ASD in twee rijsimulatorstudies. Onderliggende processen van PM prestaties zullen ook onderzocht worden. Eye-tracking en electroencephalography (EEG) metingen maken een gedetailleerde beoordeling van PM verwerking mogelijk. In een eerste studie wordt een pc-gebaseerde 'virtual reality (VR) stadstaak' vertaald naar een rijsimulatoromgeving. Deze studie heeft als doel PM prestaties te vergelijken bij rij-gerelateerde taken van volwassen met ASD en volwassenen zonder ASD. Niet-invasieve technieken (eye-tracking en EEG) worden gebruikt om onderliggende processen van PM prestaties te bepalen. De invloed van verscheidene cognitieve vaardigheden, waarvan het belang werd aangegeven in de literatuur, zullen ook onderzocht worden. In een tweede studie worden prestaties op de 'VR stadstaak' gerelateerd aan algemene verkeersveiligheidsgerelateerde rij metingen. Eye tracking metingen worden hierbij inbegrepen om een gedetailleerde analyse van gevaarsperceptie mogelijk te maken. Alleen coginitieve metingen uit de eerste studie waarvan werd aangetoond dat ze de relatie tussen ASD, PM en het rijden beïnvloeden, worden inbegrepen in de tweede studie. De focus op onderlinggende mechanismen van rijden (PM en cognitieve vaardigheden) bij mensen met ASD maakt het mogelijk om aanbevelingen te doen m.b.t. toekomstig onderzoek, mogelijke maten voor het beoordelen van bestuurders en traingsprogramma's voor bestuurders. Hiermee hopen we de rijvaardigheden van volwassenen met ASD te verhogen en aldus hun autonomie te doen toenemen.
Datum:1 sep 2015 →  31 aug 2016
Trefwoorden:Autisme, verkeersveiligheid
Disciplines:Experimentele psychologie met dieren en vergelijkende psychologie, Toegepaste psychologie, Menselijke experimentele psychologie