< Terug naar vorige pagina

Project

De ontologische status van het taalsysteem onder de loep: een empirische studie naar coherentie in het gesproken Surinaams- en Belgisch-Nederlands

Binnen de taalkunde bestaan er verschillende visies op hoe taalvariatie functioneert en gestructureerd is. In één visie wordt benadrukt dat taalvariatie niet willekeurig is, maar gestructureerd wordt door parameters zoals de situationele context of het sociale profiel van de taalgebruiker, waardoor het zinvol is van taalsystemen zoals standaardtaal, dialect of sociolect te spreken. Anderen menen echter dat er veel minder structuur is in taalvariatie dan traditioneel wordt verondersteld en beklemtonen dat iedere taalgebruiker creatief allerhande taalvarianten combineert om een eigen, unieke identiteit mee uit te drukken. Taalsystemen zijn in die visie louter theoretische constructen die niet observeerbaar zijn in het alledaagse taalgebruik.

In dit project onderzoek ik de ontologische status van het taalsysteem empirisch, vanuit een usage-based perspectief. Ik ga statistisch na in welke mate groepen taalkenmerken systematisch covariëren in het licht van variërende sociale en situationele factoren. Ik vergelijk daarbij twee gebieden – Suriname en Vlaanderen – om zo de validiteit te testen van modellen die taalgemeenschappen karakteriseren op basis van de graad van systematische covariantie (ook wel coherentie genoemd). Het project is vernieuwend omdat het een systematische empirische methode voorstelt om coherentie te testen – rekening houdend met taalproductie én -perceptie – en zo toelaat bestaande theoretische modellen over coherentie in taalvariatie te optimaliseren.

Datum:1 okt 2019 →  30 sep 2023
Trefwoorden:Lectometrie, Coherentie, Cognitieve sociolinguïstiek, Surinaams Nederlands, Taalpercepties, Taalsysteem, Belgisch Nederlands, Gebruik gebaseerde taalkunde