< Terug naar vorige pagina

Project

Partijdigheid in het Belgische bestuursrecht: analyse van de effectiviteit van de jurisdictionele rechtsbescherming.

Een bouwonderneming die meedong naar een overheidsopdracht maar verloor, verneemt dat er nauwe persoonlijke banden bestaan tussen personen in het bestuur en de begunstigde van de opdracht. Een kandidaat voor een benoeming stelt vast dat de voormalige werkgever van de kandidaat die als eerste werd gerangschikt in de jury zetelde. Een gemeenteambtenaar tegen wie een tuchtonderzoek loopt, leest in de krant dat zijn burgemeester er al van uitgaat dat hij schuldig is en streng gestraft moet worden. In al deze situaties zou de persoon in kwestie de eindbeslissing kunnen aanvechten bij de bestuursrechter met een beroep op het verbod van partijdigheid dat rust op het bestuur. Een kort vooronderzoek wijst echter uit dat de slaagkans van een dergelijk beroep in België laag is. Het voorgestelde onderzoek heeft tot doel na te gaan wat de expliciete en impliciete redenen zijn voor het hoge aantal falende beroepen en wat het relatief belang van die redenen is. Dat gebeurt via een systematische analyse van de rechtspraak van de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen over een periode van 8 jaar. Het onderzoek zal onthullen waar precies de 'achilleshielen' van het onpartijdigheidsbeginsel liggen, zijnde de factoren die een effectieve rechterlijke afdwinging ervan bemoeilijken. Via vergelijking met andere rechtssystemen zullen, waar mogelijk, oplossingen voor de geïdentificeerde problemen worden aangereikt.
Datum:1 okt 2019 →  30 sep 2022
Trefwoorden:BIAS, HOF, ADMINISTRATIE
Disciplines:Administratief recht, Vergelijkend recht