< Terug naar vorige pagina

Project

Horti-BlueC (INTERREG HORTI-BLUEC)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Het Interreg 2 Zeeën project Horti-BlueC legt de puzzel van verschillende bruikbare organische afvalstromen om tot betere en meer duurzame teeltsubstraten in serres te komen. Het specifiek doel is om de substraten voor aardbei en tomaat in serres te verduurzamen. We werken (verder) op reststromen uit agro-, agrovoeding- en visserij-activiteiten, die verwerkt worden tot compost, plantenvezels, biochar en chitine. De finale ambitie is om tot technisch op punt gezette én economisch interessante teeltsubstraten te komen, in samenwerking met een aantal partners met de nodige praktijkkennis en -ervaring. Het project werkt bovendien aan een strategie om serres op een duurzame manier te verwarmen, en de planten te 'voeden' met CO2. Ten slotte formuleren we  suggesties en argumenten om de wetgeving aan te passen, waar die een belemmering voor uitrol vormt. 

Onderzoeksaanpak
Plantenvezels, gebruikte teeltsubstraten, schaaldierafval (bron van chitine), CO2 uit verbrandingsgassen en de houtige fractie van groenafval worden verwerkt tot aparte grondstoffen met een meerwaarde bij gebruik in duurzame teeltsubstraten. Binnen Horti-BlueC willen we chitine uit garnaalpellen en biochar op basis van bijv. gebruikte teeltsubstraten of groenafval opwaarderen tot een plantversterkend product en/of een meststof, waardoor het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen verminderd kan worden. Er blijven zo minder residuen achter in de teeltsubstraten op het einde van een teeltronde, wat vermoedellijk meebrengt dat de substraten na het gebruik in de teelt van aardbei of tomaat ook opnieuw als grondstof gebruikt worden. Ook de warmte en CO2 geproduceerd bij de biocharproductie vinden toepassing in de serre.

Relevantie/Valorisatie
Dit project past in het meer circulair maken van de (serre)tuinbouw, door de adoptie van nieuwe technieken. De ontginning, productie of het transport van veen, kokos en steenwol in teeltsubstraten staan namelijk ter discussie. Ook de productie van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmeststoffen vereisen (veel)energie en hebben heeft hierdoor ook een flinke impact op het klimaat. Door plantversterkende teeltsubstraten op basis van reststromen lokaal te ontwikkelen, verwachten we m.a.w. een significante klimaatwinst te boeken én bepaalde kringlopen in de tuinbouw (meer) te sluiten. 

Financiering
Interreg IVA 2 Mers Seas Zeeën
Provincie Antwerpen
Provincie Oost-Vlaanderen

Externe partner(s)
ADAS UK Ltd.
AGARIS
Cato Engineering
ECN>TNO
National Institute of Agricultural Botany
PCH - Proefcentrum Hoogstraten
Université de lille
University of Portsmouth
Datum:8 feb 2018 →  30 apr 2022
Disciplines:Gewasproductie in de tuinbouw, Biogeochemie, Bodemecologie, Recycling, Microbiomen, Duurzame landbouw, Industriële biotechnologie niet elders geclassificeerd, Agrochemie en meststoffen, Milieubiotechnologie voor de mariene omgeving, Milieuchemie, Bodemchemie, Duurzame ontwikkeling, Bescherming van landbouwgewassen